DE BESTUURLIJKE INDELING VAN HEERHUGOWAARD TOT 1940 53. een stoel de H. Mis te lezen. De misdienaars moesten dan een paar keer de stoel verzetten als hij aan de andere kant van het altaar moest zijn. Hij leunde dan op het altaar en schoof dan met de stoel mee heen en weer. Heeroom had mooie spullen. Hij had een prachtig servies en mooi bestek. Er hing een Friese staartklok in de kamer en er stond een notenhouten bureau met groen laken. Op dit bureau stond ook een grote klok, die tevens de maanstanden aangaf en een uit ivoor ge sneden paardje. Daarnaast prachtige antieke stoelen met houtsnijwerk en een ovalen tafel met een prachtig onderstel van houtsnijwerk. Als Hij ging eten, dan werd er door de huis houdster altijd keurig gedekt, met servetten en zilveren servetringen. Tijdens zijn ziekbed hebben mijn vader en moeder heel wat keren bij hem op gepast als Geer, die toen huishoudster was, weg was. Zelf herinner ik me dat ik in die periode ook wel eens moest oppassen en dan maakte ik tegelijk mijn huiswerk. Dan moest ik een wit broodje met ei voor hem klaarmaken, dat in stukjes snijden en in zijn mond stop pen. Toen Heeroom was overleden moest ik dat aan de koster van de parochiekerk melden. De koster was toen Cor Wijnker, een neef van ons. Ik vond dat een heel gewichtige op dracht. Ik wist iets, wat de rest van het dorp pas zou weten als de klokken begonnen te luiden. Op de terugweg begonnen de klok ken al te luiden voordat ik thuis was. Ik had mijn opdracht goed uitgevoerd. Het watergebied van de Heerhugowaard was vóór de droogmaking behoudens een klein deel onder Veenhuizen (het z/g. Veenhuizer meer of Hollekier) grafelijk domein; de daarin en daaraan gelegen landerijen vorm den evenwel particulier bezit en maakten deel uit van aangrenzende bestuurseenheden. Bij de droogmaking van de Waard in 1629 1631 zijn sommige van die landerijen in handen der bedijkers overgegaan, andere daarentegen, in hoofdzaak vanwege de hoge onteigeningskosten, niet. Toen de Reken-ka mer van Holland in 1637 aan het polderbe stuur het recht van administratie en jurisdic tie verleende bleef dit recht beperkt tot de gronden binnen de, op enige afstand van de kaden langs de ringvaart welke niet tot het grondgebied van de omringende bestuurs eenheden behoorden of waren blijven beho ren. Het gebied van Veenhuizen in het noordoos ten was, hoewel het binnen de ringvaart was komen te liggen niet onder het gezag van het bestuur van de droogmakerij gebracht. Dit gebied vormde vanouds een afzonderlij ke banne en een vrije heerlijkheid. Oorspronkelijk was het geen eiland, doch een schiereiland, verbonden aan de landen van Oude Niedorp en Hoogwoud. De aanleg van de Langereis en het Berkmeer naar het Wieringermeer, op octrooi van 1386, ter ont watering van westelijk West-Friesland maak te het gebied van Veenhuizen echter tot een eiland. In de XVI e eeuw moest het eiland worden omkaad waarbij de Langereis werd verlegd naar de landscheiding met Oude Niedorp zodat sommige landerijen buiten de kade bleven. Deze zijn later in de Heerhugo waard en Berkmeer opgenomen. Het drooggemaakte Veenhuizermeer is ook in polder Heerhugowaard opgenomen maar tekst: Rob Estoppey Het Veenhuizermeer of Hollekier is als onder deel van het gehele pro ject droog gemaakt door de eigenaar, de Heer van Veenhttizen

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Overhaal: historisch magazine Heerhugowaard | 2014 | | pagina 55