den ons om in het gangetje en trokken dan een zwarte toog aan met daarover een witte superplie. De kleding van Heeroom was door de huishoudster in de goede volgorde klaargelegd op het altaar, waar Heeroom zich voor de H. Mis aankleedde. De oudste misdienaar zat rechts en had de leiding. Hij mocht de bel bedienen, het wijn kannetje dragen en de wijn in de kelk gieten. De oudste misdienaar zat rechts en had de leiding. Hij mocht de bel bedienen, het wijn kannetje dragen en de wijn in de kelk gieten. Heeroom had dan zijn vingers over de kelk gespreid en daar moest je dan de wijn over heen gieten. Als het genoeg was dan duwde hij het kannetje met zijn vingers omhoog. Daarna ging er, met een gouden lepeltje, een druppeltje water bij. Er was elke dag een H. Mis, het hele jaar door, ook op zaterdag en zondag en in de schoolvakanties. Soms moest Heeroom in de parochiekerk assisteren en dan mochten wij misdienaars mee om in de parochiekerk te 'dienen'. We reden dan mee met het rijtuig en vonden onszelf heel belangrijk, mede omdat iedereen voor Heeroom zijn petje lichtte. Ook mochten we op kosten van Heeroom jaarlijks mee met het misdienaars uitje van de parochie. Het vak 'misdienen' leerden we van Heeroom zelf. We moesten hij hem ko men en dan werden de Latijnse gebeden in onze kleine hersentjes gestampt. De rest kenden we al wel, omdat we dat vaak ge noeg hadden gezien. Voor de misdienaars gold de H. Mis bij Heeroom op zondag ook als je 'zondags plicht'. Dit gold echter niet voor iedereen die daar kwam. Zo gold het wel voor de huis houdster en mijn Opa en Oma Wijnker, maar weer niet voor mijn ouders. Die werden ge acht, eventueel door weer en wind, op de fiets naar de parochiekerk te gaan. Ten slotte gold de regel dat iedereen die daartoe in staat was zijn of haar 'zondagsplicht' in de parochiekerk moest vervullen. De mensen die in de kapel naar de kerk gin gen kwamen meestal uit de buurt. Opa en Oma Wijnker kwamen iedere dag. Daarnaast zag je ook Manus Schouten, de fouragehan- delaar, Duifje Vlaar en Marie Vlaar, Mevrouw Steur met haar dochter Klazien, Mevrouw Appel met haar dochters, Mevrouw Boekei, Mevrouw Grootjes (van de Kleine Bazar) en soms kinderen uit de buurt. Toen de huishoudster Toos Wolters ouder werd, wilde ze weer terug naar Rotterdam. Om dit op te vangen deed Heeroom een be- In 1946 ging pastoor Wijnker met emeritaat ging wonen op deze boerderij op Middenweg 63 in Heerhtigowaard

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Overhaal: historisch magazine Heerhugowaard | 2014 | | pagina 53