lopen er Zweedse soldaten over naar de
Russen.
Op 12 februari gaat Nicolaas van Bredero-
de naar Moskou met brieven voor de tsaar,
maar komt niet ver. De volgende dag pro
beert hij het opnieuw met hetzelfde resul
taat. Op de 14e gaat hij weer met 2 diena
ren, maar ook met een Engels edelman met
2 dienaren. Deze keer lukt het wel. Op 18
februari gaat Andries Jacobsz. van Wouw
met een edelman van de Engelse ambassa
deur naar Abo, in Finland, waar de Zweed
se koning verblijft.
Omdat de Russen geen eten geven, noch
voor de paarden noch voor de mensen, en
de Zweden niet in staat zijn voldoende
voedsel te geven en met de Russen niet te
onderhandelen is, wordt er overwogen om
te vertrekken. De bagage wordt daarom al
naar Novgorod gestuurd met het idee om de
volgende dag daar ook heen te gaan. Als de
Russen merken dat de Nederlanders willen
vertrekken, komen ze met de mededeling
dat er een brief van de tsaar is gekomen en
verzoeken de Nederlanders en de Zweden
naar Diderina te komen. Er wordt wel het
één en ander beloofd, maar er gebeurt niets.
De 1 e maart wordt begonnen met de voor
bereidingen om te vertrekken. Eloewel de
Engelse ambassadeur ze de 4e maart niet
heeft ontboden, gaan de Nederlandse en
Zweedse onderhandelaars 's morgens vroeg
toch naar Diderina. De Russische commis
sarissen zijn ook gekomen bij de Engelse
ambassadeur "ende is aldaer ten selven
daghe geaccordeert een stilstandt van drie
maenden, tot naerder advijs van den Groot
vorst, ende sijne Majesteyt van Sweden, op
de dtye voorgheslagen poincten, ende dat
middel er-tij dt gheen acte van hostiliteit
sonde ten wedersijden gebruyct werden".
De acte wordt door beide partijen en de on
derhandelaars ondertekend en gezegeld.
De terugreis tot Revel
Op 4 maart rond het middaguur zijn de
Nederlanders en de Zweden met hun ge
volg, de soldaten en de ruiterij vertrokken
uit Diderina en via Gleboa naar Romanouw
gegaan. De 8e maart komen ze aan in
Novgorod. Het gebied waar ze doorheen
gaan is door de oorlog verwoest. Ze zijn
blij in Novgorod weer mensen te kunnen
spreken want in het hele oorlogsgebied is
dat niet mogelijk geweest.
Kapitein Nicolaas van Brederode, die op 18
februari naar Moskou was gegaan, komt op
13 maart in Novgorod met brieven van de
tsaar. Hij vertelt dat hij in Moskou "seer
sorchvuldich bewaert wert, dat hij niewers
[nergens] en mocht aytten wech gaen, tot
rechts naer sijn logement oft earner, daer
hij oock alle den lijdt die hij daer was, wes-
ende ontrent 12 dagen, moest binnen blij
ven sonder op de straet te comen, als al
leenlick een, dat hij voor den voornoemden
Groot-vorst ghebracht wert, om hem de be-
hoorlicke revenentie te doen
van waer hij wederom uytghebracht sijnde
sonder te spreecken, oft oock vanden
Groot-Vorst aengesproken gheweest te sijn,
wert hem van sijn volck gheseyt dat hij hem
wel voor ghehtckkich achten mocht, vermits
hij de clare ooghen vanden voornoemden
Groot-Vorst ghesont ghesien hadde, ende
sijn bescheyt ende brieven hebbende, wert
wederom op ghelijcker wijse, als hij daer
inghebracht was, uytgheleyt, sonder yewers
[ergens]te connen gaen als den rechten
wech ter poorten uyt, niets vande gheleg-
hentheyt vande stadt siende, om wat nae te
connen segghen; doch hadde den
Enghelschen edelman ende sijn knechts, ex
ces om te moghen gaen waer 'thaer ghelief-
den, en was met een seer cleyne gifte
vereert".
Op 17 maert zijn ze uit Novgorod vertrok-
f LjivlVp-d f&r
15 5 ham7L
De Ingrische oorlog
speelde zich af in hel
gebied len ooslen van
Estland. In S/olbowo
(onderstreep!) werd in
1617 de vrede getekend
4sa-95i
Wink f
We.nau \1 ^i rr1
15b X
Wulk- !3
H 'olnuir
o Mariwil'iiripm.
Wenden
Hl'i 1C31 erhwprt.
O rtdoman d c tU>i
Ostrog drtuil*
Vlclsuiqf brs
I. r^Tiy.-p O 1
'Pichivim