35.
deur van Zweden, Jacob van Dijck. Ze rei
zen over Leiden en komen 's avonds aan in
Amsterdam. De 27e augustus komt doctor
Diederick Bas bij het gezelschap en gaat de
ambassadeur van Zweden weer terug naar
Den Haag. Het gezelschap gaat via Hoorn
naar Medemblik waar ze op 28 augustus 's
morgens vroeg aan boord van een karveel
gaan. Voor ze in 't Vlie aan boord gaan van
een oorlogsschip krijgen ze op 28 augustus
aan het eind van de middag te maken met
een donderbui met storm. Op de Zuiderzee
vergaan verscheidende boten en het oor
logsschip waar ze 30 augustus aan boord
gaan, was ook in problemen geweest en
wel zodanig dat de bijl al bij de mast was
gelegd. Op 3 september vertrekken ze om
dat de wind dan pas gunstig is.
Op 6 september passeren ze enkele klippen
die bij Noorwegen behoren en rond de
middag een klip genaamd "'t Col", die bij
Denemarken behoort. Voor degene die daar
nog nooit geweest is, is er een doopritueel.
Men wordt dan van de ree afgegooid ter
wijl men aan een koord is vastgemaakt en
dat wel driemaal. Degenen die dat niet wil
len kunnen het ritueel afkopen ten voordele
van de bootsgezellen. Het hoeft niet te ver
bazen dat de gezanten het hebben afge
kocht. Ze hebben wel kunnen kijken naar
enkele bootsgezellen die het ritueel hebben
moeten ondergaan.
Rond zes uur komen ze bij de Sont tussen
Helsingor en Helsingborg. De gezanten
hebben wegens verblijf van de koning van
Denemarken in Brunswijk een ontmoeting
met prins Christaan, die dan 12'/2 jaar is.
Die heeft de aanbevelingsbrief en de brief
met de bedoeling van hun reis aangenomen
en de gezanten een gelukkige reis en suc
ces met hun missie toegewenst. Daarna is
's nachts de reis vervolgd. Ze varen voorbij
Ölland en Godland. Op 11 september als ze
ongeveer 7 mijl boven Godland zijn, draait
de wind en worden ze 's nachts enige mij
len teruggedreven. Op 14 september rond
de middag komt het vasteland in zicht en
rond één uur zien ze de toren van Revel
(Tallinn), waar ze 's avonds arriveren.
De volgende dag gaan de gezanten met een
boot naar de stad waar ze door de magistra
ten vriendelijk worden ontvangen.
De reis via Novgorod naar de
onderhandelingsplaats
Na 4 dagen vertrekken de gezanten met
enige edellieden in twee koetsen uit Revel.
De andere edellieden gaan te paard. De ba
gage en de dienaren gaan met kleine wa
gentjes.'s Avonds komen ze bij een hofste
de van een edelman, waar te weinig plaats
is voor zo'n groot gevolg. De gezanten zijn
al krap gehuisvest en het gevolg nog klei
ner. De volgende dag komen ze in Colko
waar Jacob de la Gardie een huis heeft.
Deze Jacob is de hoofd-onderhandelaar van
de Zweden en er wordt daar het middag
maal gebruikt. Als ze daarna door een groot
De heen- en terugreis
van de delegatie
LatvijB
L*lria
Bennpycb
BtUru*
Polska
Poland