werd in de 60-er jaren een breker gebouwd door de fa. G. Burger naar het voorbeeld van de breker van de Verenigde Brandstoffenhandel in Alkmaar. Vanaf de rails kon de grove steenkool in de bunker worden gegooid om gebroken en ge zeefd te worden. Met komst van de lopende banden werd er op 30 september 1963 een verrijdbare breker aangeschaft. Vanuit de gekiepte vrachtwagen en de sorteermachine ging het makkelijker. Het was trouwens wel beulen en het ge beurde meestal in de snikhete zomer achter op het erf. Het lijkt allemaal wel wat eenvoudig gezegd maar dat was het helemaal niet. Af en toe waren er ladingen, die door de mijnen niet goed "gewassen" waren. Dit is spoelen met "zwaar" water, zodat de steenkool boven blijft drijven en de stenen op de bodem zakken. Terugsturen naar de leverancier was geen optie, want de la ding was al op het terrein. In zo'n geval moesten wij de stenen er uitzoeken en dat was een secuur werk. In de wintermaanden was het af en toe wel hectisch 0111 al les en iedereen van dienst te kunnen zijn. Het ging ons alle maal vrij goed af en er waren steeds losse krachten beschik baar die ons bijstonden. Bij sneeuwval was het, zoals eerder vermeld, niet makkelijk, omdat de sneeuw eerst moest wor den opgeruimd om bij de voorraad te komen. En, het pad, de klucht enz. sneeuwvrij te maken. Een boel verloren uren dus. In deze periode kwamen ook de oliekachels in gebruik en moest de opslag weer worden aangepast. In eerste instantie hadden we een kleine opslag van een paar duizend liter in een bovengrondse tank en werd de petroleum in jerrycans van 20 liter weggebracht. Vervolgens in juli 1962 een 1000 liter opzettank op een Fiat pickup. Na verloop van tijd was er een opslag van een slordige 40.000 liter in onder- en bovengrondse tanks. In deze perio de kwam het veel voor dat er dagelijks 10.000 liter moest worden aangevoerd. Door het toenemen van de omzet bestond al heel snel de behoefte aan een grotere tankwagen. In maart 1968 werd dan ook de Commer bestelwagen aangeschaft waarop een losse opzettank van 3000 liter werd ge plaatst, voorzien van automatische aandrij ving en telwerk. Gedurende de koude wintermaanden was het bij ons dus extra druk en werd er heel wat afgesjouwd. De schuur was tot aan de nok gevuld en buiten lag heel veel cokes. Later ook ruim een kleine honderd ton aan antraciet en briketten. Het moest wel worden afgemeten met het half mud 50 ltr) of afgewogen. Meestal brachten we 2 vrachten per dag naar onze klanten. Enkele scholen hadden toen nog grote potkachels en werden gestookt met cokes en eierkolen Cokes kwam vanaf de hoogovens uit IJmuiden of vanuit Limburg. Veel cokes betrokken we trouwens vanaf de gasfabriek van Alkmaar. Aan de Helderse weg stond deze fabriek en was de cokes voor hen a.h.w. een restproduct. De opslag van de kolen en olie was voor onze begrippen gigantisch, zodat de toen malige burgemeester Molleman op het aan gelegde industrieterrein al een opslagplaats voor ons had gereserveerd. Er waren toen plannen om de goederenspoorlijn door te trekken naar het nieuwe industrieterrein. Vanwege de komst van het aardgas en de overschakeling daarvan op de verwarming van de woningen ging dit allemaal niet door. Voor de gezinnen Komen werd de spoeling dunner. Er moest worden afgebouwd en naar ander werk worden omgezien. Bij notariële akte van 30 november 1982 werd Komen's Kolen en Oliehandel ont bonden en is Kees tot z'n 65e "parttime" doorgegaan met datgene wat er nog over was en daarna was het finito.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Overhaal: historisch magazine Heerhugowaard | 2014 | | pagina 34