27.
Chasseur moet vooral gezien worden als het
gevolg van een huwelijk tussen ongelijken
dat in de zestiende eeuw bij voorbaat ge
doemd was te mislukken. Was Catharina
een intrigante of een onschuldig kind dat
naïef voor de verleiding was bezweken?
Zeker is dat zij zich niet had neergelegd bij
de conventie van haar tijd. De adellijke he
ren zagen een wettige partner niet als be
lemmering om er andere relaties op na te
houden. De heren hadden vaak een nauwere
band met de moeder van hun bastaardkin
deren dan met de wettige echtgenote. Het
was niet uitzonderlijk dat men geen wettige
kinderen had en de familie uitstierf, terwijl
er nog verschillende bastaardkinderen rond
liepen. Maar erven, het leen, of de heerlijk
heid van de vader overnemen, was alleen
voorbehouden aan het wettige nageslacht.
Bastaarden hadden geen recht op de familie
erfenis. Nu was het ook weer niet zo dat de
heren hun bastaarden geheel aan hun lot
overlieten. Zo zorgde hertog Albrecht van
Beieren ervoor dat zijn bastaardzoon
Willem de eerste Heer werd van Schagen.
Het was aanvankelijk slechts een titel zon
der inkomsten. Een bastaarddochter huwen
uit de kringen van de hogere adel had als
voordeel dat als je van lagere adel was je op
die wijze op de maatschappelijke ladder
steeg. De familie Van Assendelft behoorde
tot de lagere adel. Toen Barthout II met
Catharina van der Wale trouwde, ging hij
er, wat stand betreft, flink op vooruit.
Catharina was een bastaarddochter van Dirk
van der Wale uit de familie van Van
Duivenvoorde, die tot de hogere adel be
hoorde. De stand van de vader was bepa
lend, niet die van de niet wettig gehuwde
moeder. Voor Gerrit van Assendelft was het
geen zonde om in zijn studententijd het bed
te delen met de dochter van de Franse her
bergier, maar hij beging de fout om met
haar te trouwen en Catharina de Chasseur
kon weten dat zij niet in zijn familie geac
cepteerd zou worden, vanwege haar lage af
komst. Geldgebrek zou haar tot valsmunte
rij gebracht hebben wat leidde tot haar on
dergang en met haar die van de familie Van
Assendelft waartoe de eerste Heer van de
Waard behoorde.
Conclusie
Voor de naamgeving van de Heer Huigen-
dijk, of gewoon Huigendijk waren in de li
teratuur twee kandidaten bekend, namelijk
Heer Hugo van Assendelft en Heer Hugo
van Akersloot (beide heren leefden in de
dertiende eeuw). Er heerste tot nu toe twij
fel over wie de naamgever was van
Heerhugowaard. Uit ons onderzoek naar de
historische gegevens rond beide personen
kunnen we vaststellen dat als naamgever
voor de Huigendijk en de daarvan afgelei
de naam van Heerhugowaard alleen Heer
Hugo van Akersloot in aanmerking komt.
De familie van Assendelft heeft betreffen
de Heerhugowaard een andere historische
primeur. Zij leverde in de persoon van
Barthout van Assendelft de eerste Heer van
Veenhuizen en hij staat daarmee van alle
Waardse heren, als Heer, onbetwist op de
eerste plaats.
1. Komen, H.E. (2001). Droge voelen op vrije grond.
2. Brill, W.G. (1983). Rijmkroniek van Melis Stoke.
Utrecht. Vijfde boek, p. 31.
3. NA, rek. Holland nr. 1217.
4. Groesbeek, J.W. (1981). Middeleeuwse kastelen
van Noord-Holland, htm bewoners en bewogen ge
schiedenis. Haarlem, p. 295.
5. Lennep van en W.J. Hofdijk (1884).
Merkwaardige kasteden in Nederland. Dee! III,
Leiden
6. Aa, van der A.J. (1844). Biografisch Woordenboek
der Nederland.
7. Hof, J. (1973). De abdij van Egmond van de aan
vang tot 1573. Hollandse Studiën 5, 's-Gravenhage,
p. 448.
8. Cordfunke, E.H.P. (1998).Het versterkte huis te
Akersloot. Castellogia nr. 2.
9. Koenen, H.J., De Wapenheraut, VII.
10. Mullum van, Ds. (1949). De roemrijke Hugo II
van Akersloot. De Speelwagen, pp. 181-183.
11. Groes beek, J.W. (1981).
12. Nieuw Nederlands Biografisch Woordenboek
(NNBW), deel 7, p.37,38.
13. Ibidem
14. Janse, A. (2009).Ridderschap in Holland. Portret
van een adellijke elite in de late Middeleeuwen.
15. Koen, B. (2005). Voor God, Graaf en Geslacht.
De kroniek van de ridders van Assendelft.