niet alle paarden waren gediend van een dergelijke behan deling en dat leverde nog al eens woeste taferelen op om zo'n groot dier in bedwang te houden. Wat was dat voor mij als jonge ventje fascinerend! De Roomse kerk Wat mij nog steeds frappeert zijn de grote veranderingen die hebben plaatsgevonden binnen de Roomse kerk. In onze jeugdjaren liep de kerk en de geloofsbeleving min of meer als een rode draad door ons leven. In huis waren in diverse vertrekken afbeeldingen en beelden te vinden van Maria met het kindje Jezus, het heilig Hart en Christus aan het kruis. En niet te vergeten de wij waterbakjes die dagelijks voor het slapen gaan even werden beroerd. Ook het beken de wij watertakje wat op Palmzondag in de kerk werd uitge reikt was een bekend attribuut. Hiermee werd in tijden van nood, bij zwaar onweer of storm, het huis met wijwater be sprenkeld door onze vader of moeder om op die wijze be scherming van Onze-Lieve-Heer af te roepen. De kersttijd was ook in het kerkgebouw een feestelijk ge beuren met als een van de hoogtepunten de nachtmis. Zeker een half uur voor aanvang zat dan de kerk al tjokvol met gelovigen én ongelovigen. En er werd wat afgezongen. Het mannen- en jongerenkoor had zich maandenlang voorbereid en ook enkele solisten kregen de gelegenheid om voor ei gen publiek hun stem te laten horen, 's Middags waren dan de vespers met prachtige processies in en om het kerkge bouw. Op de Lagere School was er ook veel aandacht voor het ge loof. In je schoolrapport stonden niet alleen de gebruikelij ke vakken zoals lezen, schrijven, rekenen en aardrijkskun de, maar ook het vak Godsdienstleer. Ook daar werd onder richt in gegeven en je kennis werd kritisch beoordeeld mid dels een eindcijfer. Zelfs het verzuim voor school en de H. Mis stond in je rapport genoteerd, hiermee aangevend dat dit heel serieus werd genomen. Deze geloofsovertuiging had ook z'n uitwerking op de zo geheten roepingen. In de katholieke gezinnen en hun fami lies werd vaak beoordeeld of er in hun midden jongens en meisjes waren die in aanmerking kwamen om, zoals dat heette, "op studie te gaan". Dit werd ook sterk gestimuleerd door de geestelijkheid. Deze studie moest er toe leiden dat, na een jarenlange opleiding, het ambt van priester, pater of kloosterling kon worden aanvaard. Veel jonge mensen uit de Dionysius parochie zijn daar inderdaad in geslaagd. Zo herinner ik mij nog heel goed de festiviteiten rond de pries terwijdingen van onder andere de paters Jan Dekker, Louis Weel, Van Schagen en Jan Smit. Deze laatste is helaas in 1965 vermoord in het toenmalige Nederlands Nieuw- 17. Guinea. Ook een aantal meisjes hebben op vaak jonge leeftijd aan die oproep gehoor ge geven en hebben als kloosterling, zuster of non hun leven op een bewonderings- waardige wijze in dienst gesteld van de kerk en de gemeenschap. Andere tijden Veel mensen kijken op het kerkgebeuren terug met gemengde gevoelens. Velen hebben er afstand van genomen. Ze zou den niet meer terug willen naar die tijden waarin de naleving van het geloof zo werd benadrukt. Men kiest op dit gebied voor vrijheid en wil hier nu zelf invulling aan geven. Er zijn er ook die helemaal afscheid hebben genomen van de kerk mede vanwege mistoestanden die binnen de geloofsgemeenschap hebben plaatsge vonden. En steeds vaker vraagt men in de tegenwoordige tijd zich af in hoeverre de religie er aan bijdraagt dat er in het heden en verleden zoveel oorlog wordt gevoerd, martelingen plaatsvinden en on leefbare situaties zijn ontstaan. En steeds durft men het aan om daarbij God, Allah of een hogere macht aan te roepen waar door het lijkt of al die gruwel hiermee kan worden gerechtvaardigd. Toch geven de opgedane jeugdervarin gen, mede over het kerkgebeuren, mij nog steeds een goed gevoel. Uiteindelijk heb je toch zelf kunnen bepalen wat voor jezelf het meest van waarde is geweest en watje houvast heeft gegeven. Tevens heb je geleerd om goed om te gaan met waarden en normen en respect te hebben voor elkaar. Datzelfde respect mis je vandaag de dag nog wel eens waardoor het bekende korte lontje vaak de oorzaak is van veel ophef en verdriet. Het is prachtig dat wij, de oudere Heerhugowaarders, de huidige tijd mo gen meemaken. Een tijd met soms tegen slag en mindere momenten, maar zeker ook van veel welvaart en geluk. En aan de meerwaarde hiervan zullen we zelf een invulling dienen te geven. Met deze conclusie wil ik de terugblik op onze jeugdjaren graag besluiten.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Overhaal: historisch magazine Heerhugowaard | 2014 | | pagina 19