werd genoemd was hiermee dus alleen nog maar op
papier een feit. De feitelijke opening was pas in
1949.
De bestaande school "Het Goddelijk Kind" werd jon
gensschool en de nieuwe school (meisjesschool)
kwam er dwars achter te staan. De jongensschool
ging verder met o.a. de onderwijzers meester Ohms
en meester Van Leeuwen. Zij leerden de kinderen le
zen van het grote leesbord met de woordjes "aap,
roos, zeef, muur, voet, neus, lam, Gijs, riem, muis, ei,
juk, Jet, wip, does, hok, bok, kous".
Er moest nog wel huisvesting geregeld worden voor
de ruim 150 meisjes, die in 1946 van de ene naar de
andere school overgingen. Zij kregen nieuwe lesme
thodes en gingen verder met de zusters en de onder
wijzeressen.
Voorlopige huisvesting meisjes
In 1946 werd de indeling zo:
Zuster Carmela kreeg de kleuters onder haar hoede
in een huisje vlakbij de kerk. De eerste klassertjes
leerden lezen volgens de globaal methode met zuster
Baptist. Zij gaf les in de achterzaal van café
Veenboer (nu Marlène). Tussen de reclame voor bier
hingen de grote leesplaten aan de wand met teksten
als "Zeg Mies, zeem jij de ruit voor moe?" en "Wat
kan Paultje toch mooi bidden?"
De tweede klas zat bij Juffrouw Scholten in een lo
kaal van de jongensschool.
De derde klas zat bij Juffrouw Komen op de zolder
van Breed's Warenhuis. Het "schoolplein" was voor
de winkel en de kinderen mochten om de beurt de
bel luiden, als het weer tijd was om de houten trap
op te stommelen.
De vierde klas kwam bij Juffrouw Gery Koster op
het toneel van het patronaat (parochiehuis),
achter de dikke toneelgordijnen.
Daar was de oude planken vloer niet helemaal
waterdicht, zodat er af en toe een muisje door
de klas liep. Omdat de juf hysterisch was,
moest dat snel worden opgelost! Een leerling
nam haar poes van huis mee, die voor één
nacht daar werd losgelaten. De volgende mor
gen zat het beest miauwend vast onder de
vloer en moest bevrijd worden. De muis is
nooit meer gezien!
De vijfde en zesde klas zaten bij zuster
Christina in de zaal van het patronaat.
Bouw van de Mariaschool
rechts achter: Arie Brink
De Hondenweg, nu Van
Veenweg, rond 1925
v.l.n.r. huis van de hoofd
onderwijzer, de lagere
school (nu de PJS) voor
jongens en meisjes.
Daarachter het patronaat
en op de achtetgrond de
St. Dyonisiuskerk