10. die volgens insiders de touwtjes stevig in handen hadden. De door het bisdom benoemde kapelaans bleven meestal een paar jaar en werden dan weer elders be noemd. Ze deden vooral veel werk voor de jeugd. De benoemde pastoors bleven wat langer. Zo deed op 28 april 1944 pastoor Sprenger, als zesde pastoor en als opvolger van pastoor Charles de Meulder, zijn intrede in de parochie. De nieuwe herder was een vrij kleine man, van ach ter in de veertig, met een hoge, grijzende kuif, vors ende ogen en zware wenkbrauwen. Hij liep met kor te, driftige passen en stilzitten was er niet bij. Hij zat vol energie en begon snel overal contacten te leggen om de plannen die hij in zijn hoofd had te kunnen uitvoeren. De tijd, het was nog oorlog, was niet erg gunstig. Al op 14 mei was de eerste buitengewone schaalcol- lecte in de kerk voor bestrijding van de kosten om de pastorie beter bewoonbaar te maken. De opbrengst was f. 1620,50 Op 16 juli van datzelfde jaar kreeg een beeldhouwer opdracht voor een nieuw Mariabeeld. In december werd er een kerstpakkettenactie gehou den met kleding en voedsel voor arme gezinnen in de parochie. Ook werd het "Bouwfonds" opgericht. Terreinen werden afgegraven om het kerkhof te verhogen. Zo ontstond het initiatief van de pastoor voor het latere zwembad Deiko ("Door Eigen Kracht Ontstaan"). Dat zwembad werd in 1952 geopend. Op 22 november 1949 was er een feestavond voor alle mensen, die hadden meegewerkt aan de afwer king van de terreinen om kerk, kerkhof en pastorie. Oorlogstijd Veel oudere mensen herinneren zich nog wel de raz zia's die onverwachts door de Duitsers werden ge houden. Op zondag 14 januari 1945 werd de Middenweg rond de kerk plotseling bezet door sol daten die jonge mannen wilden arresteren voor de "Arbeitseinsatz". Pastoor Sprenger ging met gevaar voor eigen leven de straat op en wist nog veel men sen te waarschuwen, die 's middags voor het Veertigurengebed naar de kerk gingen. De 18-jarige koster van de kerk, Olof Tamis, werd gearresteerd en naar Amsterdam gebracht. Daar werd hij door een goedwillende Duitser na een week weer vrijgelaten. Zo kwam hij tot grote vreugde van zijn moeder weer thuis om zijn werk als koster voort te zetten. Zusters Franciscanessen Intussen had de pastoor gezien, dat de be staande lagere school "Het Goddelijk Kind" overvol met leerlingen was en dus maakte hij al plannen voor een nieuwe school en een splitsing van onderwijs aan jongens en meisjes Hij zocht het hele land af om voor de meisjes zusters te krijgen. Die vond hij bij de onder wijscongregatie van de Franciscanessen in Oudenbosch (NB). Voor de parochie had dit o.a. tot gevolg, dat later enkele meisjes uit de parochie op de kweekschool "Le Sacré Coeur" in Oudenbosch afstudeerden voor onderwijzeres. En zeker 7 meisjes gingen het klooster in. Op 2 september 1944 arriveerden de eerste 5 eerwaarde zusters aan de Hondenweg (nu Van Veenweg) en al op 2 oktober werd hun kapel daar ingewijd. Zij gingen tijdelijk wonen in het leeggekomen huis van het schoolhoofd, meester Ohms, die inmiddels naar de Sportlaan was verhuisd. Bij de voordeur van het "klooster" aan de Hondenweg werd een gevelsteen ingemetseld met het opschrift "Sint Jozef, zorg". De zus ters zouden in 1953 verhuizen naar het nieuwe klooster (nu zorginstelling Nehemia) aan de Dreef. Zilveren priesterfeest Kapelaan Te Meij en het parochiebestuur had den intussen niet stilgezeten. De kalender wees aan, dat pastoor Sprenger op 21 mei 1946 zijn zilveren priesterfeest zou beleven. Er werd een zeer groot feest voorbereid. Op zaterdag 25 mei werd de pastoor op de grens Op het dak van het voormalig klooster (na Nehemia) zien we nog het torentje met daarin de kloosterbei

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Overhaal: historisch magazine Heerhugowaard | 2014 | | pagina 12