Bestuur van Veenhuizen
De heer van Veenhuizen woonde niet in
zijn heerlijkheid. Een aantal van de heren
woonde in Haarlem, Den Haag, Alkmaar
of Heiloo en de laatste heer woonde in
Rotterdam. Het dagelijks bestuur werd in
Veenhuizen uitgeoefend door een baljuw
of schout. De notulen van de polder
Veenhuizen beginnen met de vergadering
van 1 juli 1739 en ze eindigen op 30 de
cember 1811.
De notulen van 1 juli 1739 beginnen met:
"Is goed gevonden en verstaen dat voorta-
en ten eynde om de zaken in een goede or
der te houden en dat van alles bij tijt en
wijlen na behooren sonde konnen blijken
het geene bij de regenten en ingelanden
op de jaerlijkse polderrekening werd be-
slooten bij forme van resolutie sal worden
gestelt en dat des elven door den secretaris
met uytdrukking van de presente regenten
en ingelanden sullen werden getekent.
Tijdens die vergadering was G. v.d. Ster
baljuw, Jacob Coster was burgemeester en
R. v. Weere de secretaris. Op 20 oktober
1739 komt ook de heer van Veenhuizen,
Willem Maurits van Cats, ter vergadering.
In die tijd gaat het economisch slecht en
er is achterstand in het betalen van de (pol-
dcrjgelden. De baljuw G. van der Ster en
de ingelanden Jan van Twisk en Claas
Zeeman krijgen de opdracht om de niet be
taalde gelden in te vorderen. Op 1 juni
1740 komt de heer van Veenhuizen weer
ter vergadering, maar dan gaat het over
"mitsgaders te voldoen de proceskosten
van de heer van Veenhuysen in Den Hage
gevallen over en ter zaeken de schotgaer-
derij van de voorszeyde polder jegens bur-
gemeesteren en schepenen geëntameert.
zoals dat in de notulen van de vergadering
1 juli 1739 was verwoord. De notulen van
die vergadering zijn: "Op heden den eer
sten juny 1740 is door d'hoog edele heer,
baljuw, burgemeester, schepenen en prae-
sente ingelanden der heerlijkheid
Veenhuyzen eenparig geresolveert en be
sloten dat bij forme van interpretatie van
de resolutie van den eersten july 1739 de
wijl de proceskosten in dit na solutie ver
meit seer important werden bevonden en
uyt de contanten en restanten niet kunnen
werden voldaan, dat het cort sal werden
omgeslagen over de polder van
Veenhuysen in drie eerstcomende jaren.
Jaarlijx per gars vijf stuijvers, welke pen
ningen die in de twee volgende jaren sullen
werden omgeslagen voordien tijd sullen
werden genomen van de kerke
reets bij casse sijnde omme de
interessen te vermijden.
Behalve de baljuw of schout
en een secretaris heeft
Veenhuizen dus ook een bur
gemeester en schepenen en le
den van de raad. Vaak verga
derde de raad niet, meestal
eens per jaar, maar tussen
1750 en 1771 zijn er alleen
notulen van de vergadering
van 2 juni 1760.
Ten tijde van de Bataafse
Republiek wordt er meer ver
gaderd en wordt er op 19 juni
1796 besloten dat op 22 juni
alle stemgerechtigde burgers
van 20 jaar of ouder een nieuw
gemeentebestuur (municipali-
teit) moeten kiezen.
Het grafmonument van
Reinout van Brederode