had werden ook aan de twee heren overge dragen. Bertout van Assendelft en Jan Willem van Hoogwoud hadden onderling geregeld dat Bertout de hoge en lage heer lijkheid zou bezitten in onversterflijk erf- leen en dat ieder de helft van de goederen en inkomsten zou ontvangen. Bertout Willemszoon van Assendelft was ambachtsheer van Schotervlieland (bij Haarlem) en schepen van Haarlem. Na de dood van Bertout in 1466 ging het leen over op zijn zoon Aelbrecht van Assendelft (±1436-1491). In 1491 werd hij opgevolgd door zijn zoon Hugo van Assendelft (1466-1540), die kanunnik was. Een kanunnik is een seculier r.k. geestelij ke die deel uitmaakt van het kapittel van een kathedrale kerk. Hugo van Assendelft droeg het in 1506 over aan zijn zuster Anna van Assendelft (1485-1544). Anna trouwde in 1505 met Adriaan Lodewijk Blois van Treslong (1460-1526), ridder, meesterknaap van de houtvesterij van Holland. In 1521 hoogheemraad van Rijnland. Ze woonden in Haarlem. Hun zoon Aelbrecht Blois van Treslong (1515-1555) kreeg de heerlijkheid Veenhuizen in 1537. Aelbrecht is enige tijd schepen en ook burgemeester van Haarlem geweest. Aelbrecht is in 1535 getrouwd met Catharina van Berkenrode (overleden 1553). Hun dochter Adriana Blois van Treslong (1538-1574) werd in 1555 Vrouwe van Veenhuizen. Zij trouwde in 1563 met Lancelot van Brederode (1532 1573). Lancelot is vice-admiraal bij de geuzen en is kapitein in het leger van Lodewijk van Nassau. Na het beleg van Haarlem wordt hij, in opdracht van Don Frederik, de zoon van de hertog van Alva, in Schoten bij Haarlem onthoofd. Lancelot van Brederode wordt begraven in de kerk van Veenhuizen. Hun zoon Reinout (1565/67 1633) was ongeveer 7 jaar toen zijn moe der is overleden en hij zou in haar rechten als heer van Veenhuizen treden in 1582. Reinout van Brederode was aanvankelijk raadsheer en later president bij de hoge raad van Holland. Hij is in 1633 begraven in de kerk van Veenhuizen. Boven zijn graf is een levensgroot liggend beeld ge plaatst, dat in 1965 naar het voorportaal van het kerkje van Veenhuizen is ver plaatst. Het beeld is een rijksmonument. Zijn dochter Isabella Adriana van Brederode en Wesenbergh 1631- werd op 13 september 1634 vrouwe van Veenhuizen. In 1677 werd Pieter van Cats Bruëlis (1659-1693) heer van Veenhuizen. Pieter was de zoon van Theophilus van Cats en Deliana van Brederode (1601 1629). Deze Deliana was de tweede doch ter van Reinout van Brederode en Geertruydt van Oldenbarnevelt. Pieter is burgemeester van Hoorn geweest. Pieter sterft kinderloos in 1693 en dan wordt zijn neef Willem Maurits van Cats (±1670- 1743) heer van Veenhuizen. Willem Maurits is de kleinzoon van Theophilus van Cats. Willem Maurits had ook geen kinderen daarom wees hij in 1728 Jacob van Cats, een verre neef uit Den Haag, aan als zijn opvolger. Deze Jacob van Cats vestigde zich in 1743, dus een jaar voor de dood van zijn oom, in Alkmaar. In 1744 wordt Jacob van Cats heer van Veenhuizen en Heiloo. In Alkmaar heeft hij diverse be stuursfuncties uitgeoefend zoals schepen, vroedschapslid en burgemeester. Na het overlijden van Jacob van Cats in 1775 wordt zijn neef Willem Maurits van Cats heer van Veenhuizen. Willem Maurits was toen 12 jaar. In 1785 komt Willem Maurits te overlijden. Het heeft een paar jaar ge duurd voor de verdeling van de nalaten schap onder zijn vijf zusters en hun part ners was geregeld. De heerlijkheid Veenhuizen werd in 1788 toebedeeld aan mr. Zacharias Bergeon, de echtgenoot van Willems zus Jacoba Johanna van Cats. Jacoba Johanna was al, voor haar broer, in 1783 overleden. In 1798 worden de heer lijkheden opgeheven, maar toch wordt de heerlijkheid Veenhuizen in 1810 gekocht door Barend van Lockhorst (1771-1831) te Rotterdam. Hij noemt zich jonkheer Barend van Lockhorst, heer van Tol, Kersbergen en vrijheer van Veenhuizen.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Overhaal: historisch magazine Heerhugowaard | 2013 | | pagina 39