Boetes en voor de rechtskundige handelin gen vereiste bedragen kwamen aan de heer. Van ter dood veroordeelden kon het bezit in beslag genomen worden. Verdere rechten konden zijn: Het cijnsrecht. Het recht om grondbelasting te heffen. Het collatierecht. Het recht om een geestelijke, een pastoor of een dominee voor te dragen ter benoeming Het jachtrecht Het marktrecht Het muntrecht Het recht van de gruit. Het accijns op het brouwen van bier. Het recht van houtschat, inhoudende 1/10 van het hout dat in de bossen werd gekapt Het veerrecht Het visrecht Het windrecht Al deze rechten konden worden verpacht tegen een bepaald bedrag dat aan de heer ten goede kwam. Links het polderhuis en Bijna al onze omringende gemeenten wa- ren vroeger heerlijkheden. Zoals b.v. Oterleek, Hensbroek, Obdam. Andere ge meenten hadden stadsrechten gekregen zo als b.v. Hoogwoud (1414), Niedorp en Winkel (1415). Door de Bataafse Staatsregeling van 1798 werden de heerlijkheden afgeschaft. Enkele heerlijke rechten zoals het jach trecht en visrecht werden na de Franse pe riode hersteld als zakelijk recht. De meeste bestuurlijke functies gingen over op de ge meente en werden geregeld bij de nieuwe gemeentewet van 1851. De rechterlijke macht werd voortaan door de landelijke overheid geregeld. Toen in 1923 de Jachtwet kwam, betekende dat formeel het einde van de heerlijkheid. Toch wordt de naam heerlijkheid tegen woordig nog wel gebruikt b.v. de heerlijk heid Bergen. Koning Willem-Alexander voert een aantal titels waaronder die van Heer van Borculo, Bredevoort, Lichtenvoorde, enz.. Heren van Veenhuizen De heerlijkheid Veenhuizen omvatte de ho ge en de lage rechtspraak. De bezittingen en inkomsten die de graaf in Veenhuizen Tavenier, 1794. rechts de kerk van Veenhnizen

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Overhaal: historisch magazine Heerhugowaard | 2013 | | pagina 38