II.
nenkant van het raam en lag er een laagje
rijp op de dekens van de condens die je
uitademde. En ook zomers was er voor
mijn gevoel een verschil met nu. Als er
sprake was van onweer in onze contreien,
dan was het echt noodweer. Regelmatig
sloeg dan de bliksem
in bij boerderijen en
huizen in onze direc
te omgeving. Heel
vaak brand en zelfs
inslagen met dodelij
ke afloop. Mijn
moeder ging dan in
huis rond met een
palmtak en wijwater,
zo heftig ging het te
keer. Dat alles
maakte natuurlijk
een grote indruk op je als kind en blijft
het je bij tijdens je verdere leven.
Waardering
Terugkijkend op deze jeugdervaringen
komt natuurlijk ook het sociale aspect in
beeld. De lagere school periode aan de
Hondeweg, de huidige Van Veenweg,
waar je kennis maakte met medeleerlin
gen en wat uiteindelijk uitmondde in een
levenslange collegialiteit met enkelen van
hen. Dat werd met name onderstreept tij
dens de schoolreünie van het honderdja
rig bestaan van het Goddelijk Kind wat
vorig jaar op prachtige wijze is gevierd.
Dat geldt evenzeer voor de welpen- en
verkennerstijd. Ook tijdens die periode
werd er door de leiding flink gesleuteld
aan je omgangsvormen, de kameraad
schap en zelfstandigheid. Het ging alle
maal op een speelse manier zonder al te
veel pedagogisch gedoe, maar je voelde je
daar thuis en het had meerwaarde.
De kerk droeg daar ook aan bijAls mis
dienaar heb ik de liturgiediensten van heel
nabij meegemaakt. En ik ben er nog
steeds van onder de indruk hoeveel gods
vertrouwen er toen uitging van de katho
lieke kerk. Maar ook hoe dit vertrouwen
in die periode een grote steun betekende
voor de eenvoudige man of vrouw. Het
gaf houvast, er werd naar geleefd en er
was eerbied en respect voor het geloof en
voor de geestelijkheid. Deze gezamenlij
ke beleving was ook terug te vinden bij
verjaardagen en familiefeestjes. Er werd
wat afgepraat en gelachen. Echt pure ge
zelligheid. Het enige minpuntje was wel
licht die overvloedige sigaren- en sigaret
tenrook. Maar ach,
men wist gewoon
niet beter en het was
toentertijd toch echt
een eer om je gasten
ook een lekker ro
kertje aan te bieden,
nietwaar....!
In die jaren hadden
wij het bij ons thuis
bepaald niet breed.
Elke cent werd zo
gezegd omgedraaid
en ook wij, de kinderen, moesten daaraan
ons steentje bijdragen door het vervullen
van bijbaantjes. Wij hebben dat als heel
normaal ervaren en hebben dat later ook
weer met rente teruggekregen. Onze ou
ders zagen namelijk kans om ons na de
lagere school door te laten leren zodat we
in ons verdere leven konden beschikken
over een paar diploma's waar we verder
mee konden. Ik zal ook nooit de uitspraak
van mijn moeder vergeten toen zij hun al
lereerste AOW ontving. "Jongen", zei ze,
"we zijn nog nooit zo rijk geweest". En
die ene zin is typerend voor al datgene
wat zij in al die jaren heeft doorstaan.
Gelukkig leven we nu in een heel andere
tijd. In verhouding een tijd van ongeloof
lijke welvaart en luxe en bijna niet voor
stelbaar voor onze ouders en grootouders.
Dat geluk en die voorspoed van vandaag
de dag is ons gegund en moeten we dan
ook koesteren. Maar dat het leven heel
anders kan zijn dat hebben wij in onze
jeugdjaren kunnen ervaren en is in dit ar
tikel ook enigszins duidelijk gemaakt.
Daarom spreek ik bij deze dan ook graag
mijn oprechte waardering uit richting de
begeleiders en opvoeders die ons ook in
die mindere tijden de zinvolle waarde van
het leven hebben bijgebracht ondanks de
vele beperkingen. En hiermee wil ik deze
terugblik graag besluiten.