HERINNERINGEN AAN ONZE JEUGDJAREN
Veel oudere Heerhugowaarders zullen nog regelmatig de
herinneringen aan vroeger in zich op voelen komen.
Herinneringen aan onze jeugd, aan de jaren vijftig en ze
stig. En we kijken graag terug naar die tijd omdat die nu zo
vriendelijk lijkt. Er was toen sprake van geluk, tevreden
heid en een goede harmonie. Maar er was ook een keerzij
de, want het was tevens een tijd waarin armoe vaak troef
was en de woonomstandigheden minimaal. De mensen had
den niet veel, maar vonden dat normaal en waren blij met
kleine dingen. En het is zeker boeiend om een aantal aspec
ten uit die periode in dit artikel nog eens onder de aandacht
te brengen.
Om maar eens met een heel herkenbaar item
te beginnen. Vandaag de dag is het wassen en
reinigen van de kleding geen enkel pro
bleem meer. Vrijwel iedereen heeft de be
schikking over een volwaardige wasmachine
met alles er op en er aan. Op elk moment van
de dag of nacht is het apparaat instelbaar en
kost het doorgaans niet al te veel moeite om,
na de was- en droogbeurt, de spulletjes weer
schoon en netjes in de kledingkast op te ber
gen. Maar u, de ouderen onder ons, kunnen
zich wellicht nog heel goed een totaal andere
aanpak voor de geest halen. Het begon al op
de zondagavond. Dan werd bij ons een grote
ketel water op de 4-pits petroleumkachel ge-
zet om over heet water te kunnen be
schikken. En dan kwam moeder de vrouw
of de dochters op de maandagmorgen in
actie. Alles met de hand, op een wasbord
en met de wringer. En daarna ging het
witgoed op de bleek en aan de lijnen ach
ter het huis. Bij regenweer hing de kamer
en de zolder nog al eens vol en het droog-
rek rond de potkachel was dan voor het
kleine spul. En dit ritueel herhaalde zich
iedere week. Gelukkig was het niet zo dat
er dagelijks van kleding werd gewisseld.
Oh nee. De meesten van ons hadden maar
twee stel kleren. Eentje voor in de week
en eentje voor de zondag. Maar vooral bij
de grote gezinnen betekende de was op de
maandag toch iedere keer weer een stevi
ge aanpak. En zelfs heden ten dage be
staat dit begrip nog wanneer de maandag
als "wasdag" wordt gekarakteriseerd.
Hygiëne en voeding.
We leefden in die tijd onder tamelijk pri
mitieve omstandigheden. Veel woningen
beschikten niet over een normaal functio
nerend toilet en moesten de gezinnen zich
zien te redden met een buiten wc. Dat
was zo'n houten huisje met een zitplank.
In het midden zat een mooi rond gat met
daaronder een emmer. Zo'n huisje stond
ook nog al eens boven de sloot achter het
huis wat met natte of winterse omstandig
heden bepaald geen pretje was. Dat was
dus duidelijk behelpen. En dat gold even
eens voor een lekkere opfrisbeurt. Waar
je vandaag de dag de meest luxueuze
douche- en badkamers ziet functioneren
met warm en koud stromend water, zo
armzalig was dit in onze jeugdjaren. Eén
keer per week gingen we in bad, in de
tobbe zogezegd. Op zaterdagmiddag.
Allemaal in datzelfde tobbe water wat
vooraf was warm gestookt op het welbe
kende 4-pits petroleumstel. Moeder nam
ons om beurten onderhanden en reken
maar dat we er schoon uit vandaan kwa
men. Ook de luizenkam werd nogal eens
gehanteerd. Zodra er enige twijfel was of
er hier of daar mogelijke "pietjes" waren
opgedaan, dan kwam de fijntandige kam
Tekst: Piet Laan
Moeder aan
de wringer