wel enkele "strijkgeldhaalders". Zij wilden er door een gokje te wagen wat beter van worden. De vader van mijn moeders kant, opa Kuiper, was er altijd voor in om zo'n gok je te wagen. Hoewel hij werkzaam was bij de veiling N.M.B. en geen tuinder was, bood hij menigmaal mee, in de hoop het strijkgeld te verdienen. Dat lukte vrij vaak wel, maar uiteraard ook wel eens niet. Zodoende was Jan Kuiper de eigenaar van een akkertje hier en een akkertje daar. De akkers bewerkte hij niet zelf, maar dat was geen probleem. Er was altijd wel ie mand, die wilde pachten. Zo verhuurde hij twee naast elkaar gelegen akkertjes aan Brammer voor fl. 64,- per jaar. Nog een akkertje aan De Jong voor fl. 48,- en nog één aan Vlug voor fl. 52,-Tegen de Kerst kwamen de pachters keurig op tijd de pacht betalen. Dat ging jarenlang goed, totdat Jan Kuiper het tijdelijke voor het eeuwige verwissel de. Het bleek, dat de vrouw van Jan Kuiper, noch één van zijn kinderen pre cies wist welke akkertjes het precies be trof, of waar ze ergens lagen. Dat was geen probleem, zolang de pacht werd vol daan. Zwager Dirk Swart werd beschouwd Deze foto is genomen als het meest administratief onderlegd. vanaf de toren van de Daarom werd hij belast met het beheer Koogerkerk. van de onroerende goederen. "Ik hoef de akker niet meer" Het was vlak na de oorlog, dat er een wij ziging kwam in deze situatie. Met Kerstmis kwam pachter Vlug met de me dedeling: "Ik kom de pacht betalen en... ik hoef de akker niet langer meer". Daar keek de familie even vreemd van op. Tot nog toe bestond er voldoende belang stelling, maar dat hield in één keer op. Het bleek al spoedig, dat er ook geen nieuwe gebruiker was te vinden. Dan moeten we het zelf maar gaan exploiteren, was het voorstel van de familie. Dat is moeilijk als je nog niet eens weet waar de akkertjes liggen. Nu was dat natuurlijk wel uit te zoeken. Duidelijk werd toen ook waarom de akkertjes niet meer in trek waren; ze la gen veel te ver weg. Van de exploitatie in eigen beheer door groentehandelaren, boekhouders en am bachtslieden komt bij voorbaat niet veel terecht en dat klopte ook precies. De ak kertjes bleven braak liggen. Maar in dat geval begint er spontaan van alles op te groeien en zijn zaad te ver spreiden naar de omgeving. Dat vonden de naburige tuinders niet zo leuk en dat lieten zij weten ook. Kortom, de familie zat met de akkers in de problemen. "Maar", luidt het gezegde, "Als de nood op zijn hoogst is, is de redding nabij". Die redding deed zich voor in de vorm van een goedgekeurd Verkavelingplan voor een groot gedeelte van de Langedijk. Voor de toen geldende prijzen van tussen de fl. 2.500,-- en fl. 3.000,— gingen de akkertjes over naar de verkaveling en daar had ie dereen vrede mee. Gelukkig bleef er nog en gedeelte van het Duizend Eilandenrijk bestaan om de Oost. Op een gedeelte daarvan kwam de be stemming "Woningbouw" en werd op ieder eiland één of meer prachtige land huizen gebouwd. Maar een gedeelte is nog helemaal oorspronkelijk, akkertjes met kool, aardappelen en uien. We kijken naar het oosten, dus richting Heerhugowaard

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Overhaal: historisch magazine Heerhugowaard | 2012 | | pagina 56