HET RIJK DER DUIZEND EILANDEN Jan Swart, jarenlang voorzitter van de Vereniging van Vrienden van het Poldermuseum in Heerhugowaard, heeft al heel wat artikelen voor de Overhaal geschre ven. De redactie kwam tot de ontdekking dat dit ver haal uit 2005 nog nooit gepubliceerd is in ons magazi ne. Het gaat dan wel over een buurgemeente maar het geeft een mooi beeld hoe het er vroeger in onze regio aan toe ging en welke veranderingen er hebben plaats gevonden. Inmiddels behoor ik tot de laatste genera tie, die deze streek nog in zijn oorspron kelijke toestand heeft gekend. Mijn groot ouders van vaders kant, opa en opoe Swart, woonden in Zuidseharwoude. Zij vonden het schitterend als mijn zus en ik (de enige kleinkinderen) een paar dagen kwamen logeren en deden hun mogelijke best om het ons zo goed mogelijk naar de zin te maken. "Opa, gaan we duikers zoe ken?"was veelal onze vraag. En opa nam dan een schuitje mee van het werk. Hij was transporter bij de groente- en aardap pelexportfirma Slot Bonnet. Hij zorgde er daarbij voor, dat de door de firma ge kochte kool, uien en aardappelen per trein of auto naar de klanten vervoerd konden worden. "We gaan Om de West", zei Opa. Langedijkers spraken in die dagen (we spreken over het eind van de jaren '30) over: "Om de West", of "Om de Oost". De benaming Duizend Eilandenrijk werd, zo als over het algemeen bekend, ingevoerd in en na de oorlog, toen tijdens de vele bombardementsvluchten naar Duitsland de koers werd bepaald door het unieke landschap, waar ze overheen vlogen. In 1943 kregen wij, als opgroeiende tie ners, te maken met het waterrijke gebied, doordat wij via de toen hier en daar nog erg smalle Dorpsstraat naar de Ulo in Noordscharwoude (Dullemond) fietsten. Deze school voor vervolgonderwijs was de enige school die in de bezettingsjaren nog open was. Wat nu de Voorburggracht is, was destijds een vaarweg, die de gele genheid bood om met de koolschuit ach ter de huizen van de Dorpsstraat te ko men. Veel van deze huizen hadden een koolboet voor de bewaarkoolachter aan het huis vast gebouwd. Ik herinner me, dat er bepaalde periodes in het jaar waren, waarin gedeeltes van deze vaart vol lag met dikke kroos en flap. Ook was duidelijk te merken als de uien weinig geld opbracht. De vaart dreef dan vol met uien, die soms een kwalijke geur verspreidde. Kilometers kloeten In die tijd was het 's morgens een ware uittocht van kloetende tuinders, die onder weg waren naar hun akkertje om de West. Om dat te bereiken was soms niet zo erg eenvoudig. Zo'n akkertje kon gauw een aantal kilometers van huis liggen. Minder prettig was dat op regenachtige dagen. Er stonden geen schuurtjes, of watje tegen woordig nogal eens ziet, een oude cara van, op de akkers. Een optrekje van aard- appelkisten met een summier dakje moest beschutting bieden voor de al te hevige regenbuien. Jan Dekker had voor dat doel een eenvoudig bouwsel gemaakt, waarvan het dak bestond uit, van huis meegebrach te, golfplaten. Op twee planken in het on derkomen konden precies vier personen plaatsnemen. Op een warme zomerdag, was daar ineens die onweersbui. Zorgelijk Tekst: Jan Swart Het Duizend Eilandenrijk voor de verkaveling

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Overhaal: historisch magazine Heerhugowaard | 2012 | | pagina 54