RIET, RIJSHOUT EN SPIEGELEND WATER
Er worden regelmatig artikelen gepubli
ceerd over wat men noemtHet Hollands
Landschap.
Het gaat dan vaak over de westelijke ge
bieden in ons land. Daar moetje wezen
om te kunnen zien hoe zeer land en water
de ligging hebben bepaald van huizen,
schuren, kerken en openbare gebouwen.
Net als men lang geleden al rekening
moest houden met de plek van terpen,
vliedbergen, dijken, weiden en akkerland
langs een meer of rivier landinwaarts.
Op waterrijke plaatsen zal onze aandacht
niet zelden worden getrokken door het
z.g. rietland. Riet is een overbekende
plant die van natte voeten houdt en op tal
van plaatsen het natuurbeeld verfraait.
Riet komt in ons polderland volop voor
langs de waterkanten. Eenmaal gemaaid,
gebost verzameld en gedroogd is deze
plant al eeuwen lang van groot nut als
dakbedekking, windkering en isolatie
materiaal. Daarnaast is deze plant ook
van belang als broed- en schuilplaats voor
een groot aantal vogelsoorten als riethen
(meer bekend als waterhoen), rietgors,
rietzanger en rietgans.
Rietland is vaak moeilijk begaanbaar, al
helemaal niet in de buurt van open water.
Het komt voor dat losse stukken, z.g. riet
schoten, op drift raken en zo door de
wind naar elders verhuizen. Dit verschijn
sel doet zich echter niet gauw voor wan
neer het riet in een vastere, meer kleihou-
dende grond wortelt. Enkele boomsoor
ten, vaak els en wilg, houden er ook wel
van met hun voeten in of vlakbij water te
staan. Het belang van dergelijke bomen is
dat ze b.v. de dijkvoet versterken en ook
nog mooi rijshout (jonge buigzame twij
gen) leveren. Van dit z.g. geriefhout wer
den vooral vroeger werden b.v. manden
gevlochten en bezems gemaakt. Van de
wilgentakken worden ook al eeuwenlang,
en nog steeds, zinkstukken gemaakt als
versteviging van waterbouwkundige wer
ken.
Riet en water; volop aanwezig ook in en
rond de Waard. Zo gewoon dat wij het
vaak nauwelijks beseffen maar het heeft
nog steeds een belangrijke functie.
Tekst en beeld; Ton Schotten
In het oude Noord
Hollandse landschap
staan de huizen nog
vaak tot hun wenkbrau
wen in het riet