op welke boerderij woonde hij? Het kadas ter meldt een scheiding en verdeling van de boedel van Jacob Zuurbier in 1852. Daarin wordt zijn bezit genoemd een boerenwo ning en schuur te Veenhuizen. Dat moet een andere boerderij zijn dan Groenedijk 9, want die koopt hij pas driejaar later in 1855. Van Simon Zuurbier uit Castricum ontving ik uit zijn familie archief een acte uit 1827 (dus voordat het kadaster ont stond). Deze acte van notaris Nicolaas Sienes te Schermerhorn vermeldt dat Pieter Verwer, landman in Veenhuizen en weduw naar van Neeltje Bakker, voor 5.639 aan Jacob Zuurbier verkoopt 'een huismanswo ning genaamd Groot Bethlehem, nimmer 21 en een huismanswoning genaamd Klein Bethlehem, nummer 22Bij deze koop wordt Jacob Zuurbier landman genoemd wonende in Heerhugowaard. Over de lig ging van de hier genoemde huisnummers 21 en 22 (dit is de oudste huisnummering van Veenhuizen daterend uit de Franse tijd) staat in de akte aangegeven dat de panden naast elkaar liggen en aan de oostzijde wor den belend door de Waarddijk (nu Groenedijk) te Veenhuizen, waarbij Klein Bethlehem ten noorden ligt van Groot Bethlehem. De enige boerderij die hiervoor in aanmerking komt is Groenedijk 3, want ten noorden ervan en aangrenzend lag toen al de huidige woning Groenedijk 5. De volgende reconstructie is nu mogelijk. De twee oudste kinderen van Jacob Zuurbier werden geboren in 1825 en 1826 in de gemeente Heerhugowaard, terwijl zijn derde kind in 1827 in de gemeente Veenhuizen werd geboren. Jacob Zuurbier zal vanaf zijn huwelijk in 1824 met Maartje Klaver ergens in Heerhugowaard hebben geboerd. Waar dat was, is tot nu toe niet be kend. In 1827 kocht hij de boerderij Groenedijk 3 met de naam Groot Bethlehem en het ernaast liggende woon huis Groenedijk 5 met de naam Klein Bethlehem. De verkoop door Pieter Verwer zal te maken gehad hebben met het overlij den van zijn vrouw in datzelfde jaar. In het bevolkingsregister staat vermeld dat zijn vrouw Neeltje Bakker (geboren plm. 1750) op 17 januari 1827 overleed, nalatende vijf meerderjarige kinderen en vier kinderen van een overleden zoon en dat zij bij over lijden woonde op huisnummer 22. Dat is het woonhuis Groenedijk 5. Gezien de leef tijd van Neeltje Bakker, woonde zij met haar man Pieter Verwer waarschijnlijk als renteniers in de burgerwoning Groenedijk 5, die Klein Bethlehem werd genoemd. Pieter Verwer zal Groot Bethlehem (de stolp Groenedijk 3) wel verpacht hebben totdat Jacob Zuurbier deze kocht en er ging boeren. Jacob zelf verhuurde vervol gens na het vertrek van Verwer de woning Klein Bethlehem (Groenedijk 5) aan Pieter Hittema (1805- plm. 1876) en zijn vrouw Antje Winter (1800-1830). Hun zoon Jan Hittema werd in 1829 op Klein Bethlehem geboren. Later verhuisde het gezin Hittema naar een woning aan Het Verlaat. Zeer waarschijnlijk is Jacob Zuurbier altijd op de boerderij Groenedijk 3 gebleven en heeft hij de boerderij Groenedijk 9, nadat hij de ze in 1855 kocht, verpacht. Hij is dus zelf nooit pachter geweest op Groenedijk 9, zo als in het Stolpenboek staat vermeld. Na het overlijden van Jacob Zuurbier in 1857 erfde zijn zoon Pieter Zuurbier (1826-1911), zo wel Groot en Klein Bethlehem als de boer derij Groenedijk 9. De oudste stolp aan de Groenedijk is Groenedijk 3 en deze had dus de naam Groot Bethlehem. Die stolp staat er nog. De huidige boerderij Groenedijk 3 wordt niet meer bewoond en is al leen nog als veestalling in gebruik.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Overhaal: historisch magazine Heerhugowaard | 2012 | | pagina 47