minarie in Nederland (hij is later ook geëmi greerd). Een hele stap voor ook de kinderen; dochter Riet had al verkering maar ging toch mee - zo ging dat gewoon. Als gezin bleef je sa men, behalve als er een 'n priestertoekomst had. Vrienden en vriendinnen werden in Nederland achter gelaten, en voor de kinderen gold dat je het nieuwe leven koos samen met je ouders. Naar een land waar nauwelijks sociale voorzieningen bestonden, waar geen regelingen getroffen waren voor je oude dag, of voor ziekte. Ook Jaap en Trien, met alle 10 kinderen, kregen tijdelijk onderdak bij de families van hun broers en zussen. Met zijn allen in de schuur, met ka mertjes gevormd door dekkleden. Leven in Holambra Het leven in Holambra was in eerste aanzet pri mitiever dan de mensen in Nederland gewend waren, maar het werken was dat ook. De mecha nisatie liep nog flink achter ten opzichte van hoe de situatie in Nederland was, er werd weer na drukkelijk met paarden gewerkt. De stukken land waar ze de beschikking over kregen waren dan wel veel groter dan ze in Nederland gebruikten, maar in Brazilië was het ook lang niet alle maal geschikte land bouwgrond. Zo was het land vaak niet vlak en lang niet helemaal ge schikt voor de land bouw, er kwamen vaak ook ravijnen, bossen en oerwouden in voor. Het verschil in leefstijl tussen emigranten en Brazilianen was erg groot. Het inkomen van de laatsten was laag, waarbij dan ook nog een snel le geldontwaarding steeds weer plaats vond (25 50% per jaar). De wegen waren kaal van aard, dat wil zeggen gewoon vlak geschoven stukken land. En dus stonden die bij regen onmiddellijk vol plassen en karrensporen. Ook het weer en het werken in dat weer waren totaal anders: 's ochtends was het meteen al warm tot heet (30-40 graden) en 's middags volgden zeer regelmatig regenbuien in de zomer. Het succesvolle familiebedrijf 1965 was een mijlpaal voor de familie op Holambra. Alles wat verdiend werd ging op aan investeringen in gladiolen, irrigatiesystemen, im port van nieuwe soorten, tractoren, machinerieën en ander materieel. Er werd dat jaar ook een stuk land gekocht van 1300 ha op 100 km afstand van Holambra. Alles werd beter in de jaren die volgden. Men kocht grond in het centrum van Holambra, er werden nieuwe huizen gebouwd, betere scholen - en er begon veel bezoek te ko men uit het geboortedorp, uit De Noord. Er werd verder verbeterd en bijgebouwd, nieuwe grote schuren, koelcellen, vrachtwagens en al het andere wat nodig is bij een goede bedrijfsvoe ring van mega-bedrijven. Ondertussen was de familie ruim 10 jaar in Brazilië, en waren de eersten van de tweede ge neratie getrouwd en kreeg ook het aangezicht van de kolonie een steeds dorpser karakter met centrum, club, ziekenzorg met zijn totaal van zo'n 1000 inwoners. De taal bleef onderling Nederlands, het Portugees kreeg vooral de oude re generatie maar moeilijk onder de knie. Juist daardoor was er in de begintijd geen geweldige integratie: immigranten trouwden het liefst on derling. Pas toen de (klein)kinderen gingen stu deren werd de kloof langzamerhand gedicht. Laatste emigraties Eén echtpaar De Wit-Kager is nooit geëmi greerd, Joop en Gré. Zij hebben het oorspronke lijke familiebedrijf in Nederland voortgezet, aan vankelijk samen met broers Jan en Vok. Later is Joop zelfstandig verder gegaan, samen met zijn zonen Gerard, Wil en Jos. De laatste twee begrepen echter dat het bedrijf van hun vader niet groot genoeg was voor drie Tweede ge neratie emi granten (1962) VInr Wil, Gerrit en Jos de Wit, zonen van Joop en Gré. Oma Kager op bezoek in Brazilië (1967)

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Overhaal: historisch magazine Heerhugowaard | 2012 | | pagina 32