holpen; mijn vader is veel met hem omgegaan.
Ze zaten beiden in het bestuur van LTB en KVP,
ze hadden een kaartersrondje. Het bedrijf van
Klaas Oudeman was een gemengd bedrijf van 22
ha. Aan de overkant woonde Pauw Oudeman,
die moest op zijn kleine bedrijf vechten voor zijn
brood. Naast ons land, aan de andere kant,
woonde een andere broer, Piet Oudeman. 500 m
verderop woonde nog een Jan Oudeman. Verder
nog 2 buren die kerkmeester waren en een met
selaar met gezin (Gerbrand Langedijk). Dan nog
een slager, een schoenmaker en een bakker met
een onnoemelijk aantal kinderen. In de bakkerij
liepen ook de kippen rond. Er stond nog een
boerderijtje schuin tegenover, waar Tinus Weel
met zijn Aagje woonde. Ook aan de overkant
woonde Piet Mol, maar die was protestant. De
buurt werd gedomineerd door het levendige be
drijf van Klaas Oudeman, een hele positieve
man.
De producten werden dus met de boot vervoerd,
maar de ene sloot naast het huis was veel te
breed en de andere te smal. Jarenlang heeft
Klaas de Wit erover gedaan om dit slootje uit te
graven - waarbij de prut over het land werd uit
gereden met de kruiwagen. Elk jaar opnieuw
stortte de sloot weer gedeeltelijk in (door het
drijfzand onderin). De reis naar de veiling was
ook een lange, zware tocht: onderweg een dijk
over met een lorrie (via het draaien aan een lier),
verder varen tot de sluis van Heerhugowaard en
de sluis van de Langedijkerpolder, en uiteinde
Familie de Wit (ca 1942)
lijk de veiling van de Noordermarktbond. Uren
kostte de reis.
De tuinbouw zat Klaas de Wit niet mee: de aard
appelprijs viel te vaak tegen, rond 1930 overviel
hem ook de aardappelschimmelziekte, en de gal-
mug die de kool-opbrengst tot een minimum re
duceerde.
Hard werken
Het was hard werken in die eerste jaren in
Heerhugowaard, vooral de overgang vanuit de
Streek (waar het leven meer op orde was) zorgde
voor een heel arme periode. Het leven in
Heerhugowaard was in die tijd zelfs zo zorgelijk,
dat de oudste kinderen (Jaap en Jan) als wens bij
de koperen bruiloft van hun ouders hadden of ze
weer niet terug naar Lutjebroek konden verhui
zen. Het leven was zwaar, en omdat het op het
land maar niet lukken wilde stond ook het huwe
lijk onder druk. Klaas was wel, naast zijn zorg
voor zijn gezin, een echte gemeenschapsman:
een man met inzicht, waardig genoeg om geko
zen te worden in tal van verenigingsbesturen.
In die tijd was het daarom alleen werk, kerk, ac
ties als oud papier ophalen ten behoeve van de
propagandaclub voor de RK Staatspartij, inzet
voor plaatselijke verenigingen - en nooit vakan
tie. Er was alleen af en toe een schoolfeest, wat
er uit bestond om met de paarden en de paarde-
kar van Klaas Oudeman naar Bergen gebracht te
worden.
Of ze gingen met de fiets, vader en moeder met
het hele gezin. Dat bestond inmiddels uit Lies,
Jaap, Jan, Trien, Gert en Joop (die toen al Flip
en Flap werden genoemd), Toos en Piet. Daarna
is er nog een tweeling geboren, die allebei na de
geboorte zijn overleden. Later werd nog Vok ge
boren. Er is nog een broertje Niek geweest, dat
heel jong is overleden.
Toen de oudste jongens wat groter werden, gin
gen ze meewerken op het land. In de kool of de
piepers, maar ook in de augurken (als de aardap
pelen van het land waren), of in de spinazie.
Het gevolg was dat werkman Cor Hoogland
daardoor niet meer nodig was en ook niet meer
betaald hoefde te worden - dat spaarde toen al
zo'n 20,- per week uit. Eindelijk kwamen er
toen mogelijkheden voor een beter bestaan - wat
ook al bevorderd werd door een betere ziektebe
strijding van aardappelen.
Bovenste rij vlnr Piet, Jan, Jaap, Joop en Gert
Onderste rij Trien, Toos, moeder Marie, Vok, vader Klaas,
Lies.
Moeder Marie de Wit-Ruijter is op de foto tussengevoegd
zij was eerder in 1933 overleden.