14.
zuster was Bregje (1799-1873)
die in 1827 met Dirk Koning
(1790-1866) trouwde. Zij kwa
men op bovenmolen 17. Trijntje
en Bregje werden dus buren.
Gerbrand Pauw en Trijntje kre
gen tien kinderen. Hun oudste
zoon Jacob Pauw (1823-1892)
trouwde in 1851 met Marijtje
Ham (1824-). In 1861 werd hij
door de polder Heerhugowaard
als molenaar aangesteld, maar
hij was ook timmerman van de
polder. Hij kwam op middenmo
len 19, dus vlakbij zijn vader
Gerbrand en zijn oom Dirk
Koning.
bleef het beroep van molenaar er een dat
generaties lang van vader op zoon over
ging. Ondanks het lage loon. Maar je had
vrij wonen, vrij lamplicht en twee pakken
kaarsen per jaar. Maar daarvoor moest je
350 dagen dag en nacht klaar staan. De
resterende dagen, zo stelde het polderbe
stuur, waren zonder wind.
Voor het eerst krijgen we wat zicht op de
bewoners van deze molengemeenschap
aan de Molenkaai en bij Rustenburg als
omstreeks 1860 het bevolkingsregister in
Heerhugowaard wordt ingevoerd. We zien
Jan Molenaar (1820-) en zijn vrouw Aaltje
Volkers (1821-) als watermolenaar op mid
denmolen 21 aan de Molenkaai en Jacob
Sloten (1788-) met Trijntje Mul (1794-)
als hun buren op 20. Op de timmerwerk
plaats zaten de timmerlieden Jacob Koning
(1832-) en Jacob Gerrits (1822-). De mo
lenaars op de molens 16, 17 en 19 (gezien
vanaf de Huigendijk) waren familie van
elkaar. Op bovenmolen 16 zien we
Gerbrand Pauw (1798-1882) met zijn
vrouw Trijntje van der Busse (1798-1834).
Trijntje is een dochter van Jacob van der
Busse (1772-1817) en Antje Speelman
(1770-1847). Jacob was eerder molenaar
aan de Molenkaai zodat Trijntje haar leven
lang in een molen heeft gewoond. Haar
We gaan nog even door met het
Waardse molenaarsgeslacht
Pauw. Een andere zoon van
Gerbrand was Pieter Pauw (1833-1902).
Hij trouwde in 1863 met Trijntje Nap
(1833-1864). Zij stierf in het kraambed.
Pieter hertrouwde in 1864 met Geertje
Steenhuis (1838-1899). Pieter en Geertje
kwamen op een strijkmolen bij de
Zeswielen aan de Hoornsevaart bij
Alkmaar (ook een Waardse molen). Ze
kregen zeven kinderen. De drie zonen
Gerbrand (1870-), Pieter (1873-1939) en
Floris (1880-1962) werden alle watermole
naar. Zo ging het beroep van vader op
zoon. Pieter trouwde in 1900 met Pietertje
Hittema (1877-1946). In 1906 verhuisden
ze van de molen bij Oudorp naar de molen
van Veenhuizen samen met hun kinderen
Geertje (1900-1974), Trijntje (1902-1968)
en Pieter (1903-1978). Geertje trouwde
met Klaas Kleimeer (1896-1963). Zij wer
den de opvolgers van vader Pieter Pauw in
de Veenhuizermolen en na het overlijden
van Klaas bleef Geertje als molenaarster
jarenlang de Veenhuizermolen trouw. Haar
zuster Trijntje trouwde in 1924 met Arie
van Leijen (1898-1973), eveneens uit een
molenaarsgeslacht. Hun dochter Pietertje
(Nel) was van 1970 tot 1974 molenaarster
op de Berkmeermolen en daarna haar
broer Arie (1940-).
Weer terug naar de Molenkaai waar nog
De molenaarsfamilie
Panw-Hitlema voor de
Veenhuizermolen
omstreeks 1925.
V.l.n.r.: Sanne Hiltema,
Geertje Pauw met haar
man Klaas Kleimeer,
Trijntje Pauw met haar
man Arie van Leyen,
Pietertje Pauw-
Hittema, molenaar
Pieter Pauw. Zittend
Nel de Jong en Piet
Pauw.