bleek de ringvaart om de nieuwe polder
veel te klein om al het overtollige water,
uitgemalen door tientallen molens, te ber
gen en vervolgens af te voeren. Er moes
ten extra molens gebouwd worden om het
water uit de ringvaart te malen en vervol
gens te transporteren richting Alkmaar en
richting de Zuiderzee (nu IJsselmeer).
Deze extra molens werden strijkmolens
genoemd. Ze kwamen te staan langs de
Hoornse vaart bij Alkmaar, bij Oudorp en
bij Rustenburg in de meest zuidoostelijke
hoek van Heerhugowaard. In deze zuid
oost hoek, op het eind van de
Heerhugowaardse Rustenburgerweg, kwa
men vier strijkmolens die de letters kregen
van oost naar west: H, I, K en L. Het zijn
achtkantige binnenkruiers gebouwd omst
reeks 1630. De molen H staat er niet meer.
Deze is afgebroken in 1941. Daardoor is
molen I nu de meest oostelijke. Deze ver
brandde in 1826, werd herbouwd in 1844
en verbrandde op 5 februari 1863 opnieuw
als gevolg van blikseminslag. Molenaar,
tevens metselaar, Hendrik van Essen
(1799-1868) ontsnapte toen aan de dood,
maar zijn medebewoner metselaar Gerrit
Gooi (1842-1863) uit Ursem kwam om.
De molen werd in 1864 herbouwd.
Vlakbij de strijkmolens van Rustenburg
stonden nog een hele rij molens die het
water van de Heerhugowaard naar de ring
vaart maalden. Dat waren de molens op de
grens van Oterleek, zuidwestelijk van de
Rustenburgerweg. Hier ligt nu het
fiets/wandelpad de Molendijk.
Oorspronkelijk lagen hier drie ondermo
lens, drie middenmolens en drie bovenmo-
lens. Twee ondermolens werden gesloopt.
Zij werden overbodig na de invoering van
de vijzel welke meer water opmaalde dan
het daarvoor gebruikte scheprad. De mo
lens die in 1817 overbleven, hadden num
mers. Van oost naar west langs de
Molendijk waren dat de molens 16 tot en
met 22. Nergens in Heerhugowaard ston
den zoveel molens bij elkaar als in deze
zuidoost hoek van de polder. Vanaf de
Rustenburgerweg had je zicht op elf mo
lens. Lange tijd heeft er aan de Molendijk,
tussen molen 17 en 18 ook nog een pol
dertimmerwerkplaats gestaan die werk en
huisvesting gaf aan verschillende timmer
lieden. Er waren tot de negentiende eeuw
steeds twee polderbazen in Heerhugo
waard met ieder een poldertimmerschuur,
één in de zuidwest hoek bij Butterhuizen
en één aan de Molendijk, indertijd
Molenkaai genoemd. Daar werden de ma
terialen aangevoerd en verwerkt. Een
twaalftal timmer- en sjouwerlieden heeft
er zijn brood verdiend. Uit zuinigheids
overwegingen ging men over op één pol-
De situatie in de zuid
oost hoek van
Heerhugowaard op een
kaart uit 1631 met
daarop de molens aan
de Molenkaai (de mo
lens 16 t/m 24) en de
strijkmolens langs de
Huigendijk (de molens
L,K, I en H) bij
Rustenburg. AI deze
molens zijn door
Heerhugowaard ge
bouwd en dienden eeu
wenlang voor de bema
ling van de Waard.
Nergens stonden meer
molens bij elkaar dan
in deze buurt.