Godart van Reede Godart van Reede (1591? - 1641) was heer van Kortenhoef, Horstweerd, Vreeland, Nederhorst en Overmeer. Hij be hoorde tot het Ridderschap van Utrecht, was Gedeputeerde van de Staten Generaal, Stadhouder van het Stichtsche leen te Utrecht. Hij werkte mee aan het waterbe leid van Utrecht. Hij wordt door het Gewest Utrecht naar de onderhandelingen voor de Vrede van Münster gestuurd, maar is tegen het besluit. Pas op zijn sterfbed te kent hijHij was sinds 1617 getrouwd met de zuster van Jacob Oem van Wijn- gaerden. Nicolaes Cromhout President van het Hof van Holland, het hoogste gerechtshof. Was getrouwd met Abigail Fagel. Hij was medebedijker van de Zijpe, de Beemster en de Diepsmeer. Johan Basius Johan Basius (1603-1646) is tijdelijk sa men met Nanning van Foreest en Jacob van Wijngaerden Rekenmeester van Holland en West-Friesland. En Heer van Harencarspel. Hij was medebedijker van de Beemster. Paulus van Asperen Burgemeester van Amsterdam, sinds 1613 lid van het Hof van Holland Jacob van Wijngaerden Jacob van Wijngaerden, was Heer van Benthuyzen, ambachtsheer van Soetermeer en Segwaert en lid van het Ridderschap. De Compagnie Uit een briefwisseling tussen burgemeester van Teylingen en secretaris van Foreest wordt gedeeltelijk duidelijk waarom de di verse heren werden uitgenodigd om deel uit te maken van de "Compagnie". Hans van Loon en Jacob van Wijngaerden werden uitgenodigd omdat zij het nodige geld in huis hadden. Men was haast ge dwongen om de heren van Wijngaerden en van Duvenvoorde mede te betrekken, om dat zij tot de heren van Schagen behoorden en hun land aan de nieuwe polder zou grenzen. Tevens waren zij leden van het Ridderschap met invloed in de Staten Generaal. Nicolaes Cromhout is de heren bekend door de drooglegging van de Beemster. Omdat de grote steden zitting en stemrecht in de Raad van State hebben, werden de burgemeesters van Amsterdam; van Asperen, Oetgens, Bicker en de invloedrij ke Nicolaes Cromhout als President van het Hof van Holland gevraagd om deel te nemen. Johan Basius was president van de Rekenkamer en zijn invloed dus erg groot bij een stemming over de nieuwe polder. En zoals al is duidelijk gemaakt - men ken de elkaar, profiteerde van de posities en had met de meeste participanten vriend schappelijke c.q. familiebanden. Al met al werd het zoals bekend geen ge weldig resultaat; de grond bleek weinig vruchtbaar en veel winst viel er niet te be halen. Bronnen: J.J. Schilstra: De geschiedenis van de Heerhuygenwaert H.E. van Gelder: De bedijking van de Heerhugowaard Poldermuseum: Waardige heren

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Overhaal: historisch magazine Heerhugowaard | 2011 | | pagina 45