voor de school) Men kon nu beginnen met
de nodige stappen die voor de start van
een school nodig zijn: grond aankopen
door de gemeente, bestellen van een pre
fab school, aanstelling van de leraren.
Henk Huits is vanuit de Achterhoek de
eerste directeur geworden. Bij zijn aanstel
ling had hij drie wensen: een ruime wo
ning voor zijn grote gezin, een volkstuin
en hij wilde zelf de naam Don Bosco
ULO) aan de nieuwe school geven. Al zijn
wensen werden ingewilligd.
De werkelijke start
De prefab lokalen konden echter niet op
tijd worden geleverd. Om deze reden zijn
de eerste twee groepen in de zaal van Jac.
Baars aan de Middenweg begonnen (voor
heen café de Hengstman, nu bewoond
door de fam. Rood). De eerste leerkrach
ten waren Jan Tamis en Jan Bosman. Zij
gaven de eerste paar maanden les in de
zaal en in het café, achter de tapkast met
als achtergrond een rij sterkedrank-flessen.
Ze gaven alle lessen, zelfs zangles. De
opening van de RK ULO school "Don
Bosco" vond plaats op 19 december 1959.
Na 2 jaar (1961) verrees er een tweede se
rie van 3 noodlokalen en waren er 6 leer
krachten werkzaam. In 1962 werden de
eerste 15 examenkandidaten afgeleverd
van de 3-jarige ULO. Het examen werd
afgenomen in de zaal van de "Heer van
Jericho".
In februari 1965 moesten alle leerlingen
van de zesdeklassen die naar de Don
Bosco ULO wilden toelatingsexamen
doen. Wij, leerlingen van de Jozefschool
uit Heerhugowaard Noord, moesten dit
doen in de noodlokalen aan de Molenweg.
Spannend was het. We moesten zinnen ont
leden, woord benoemen en weten wat per
soonsvorm en gezegde was. Veel te moei
lijk voor mij. Bovendien had ik van een
aantal van die vragen/ondei-werpen nog
nooit gehoord. Gezakt was mijn idee,
Don Giovanni Bosco (1815-1888)
(Ook wel bekend als Don Bosco; Johannes Bosco;
Joannes Bosco; John Bosco; Giovanni
Bosco; Giovanni Melchior Bosco; John
Melchior Bosco.) We noemen hem hier
voor het gemak: Don Bosco.
Don Bosco was een Italiaanse priester
die grote bekendheid verkreeg om zijn
zorg voor de toekomst van de arme
jeugd. Hij werd op 16 augustus 1815 ge
boren in Becchi een klein dorpje vlakbij
Turijn. Hij was zoon van een arme boer.
Zijn vader overleed toen hij 2 jaar was.
Kort daarop, toen hij de lagere school
volgde, overleed een vriendje.
Gebeurtenissen die zijn verdere leven
zouden tekenen. Als kind liet hij duidelijk
blijken het priesterschap te ambiëren door op kermis
sen, waar hij optrad, zijn voorstelling te beginnen met
gebed. Tussen de acts door bracht hij ook een verkor
te versie van de laatste preek van de pastoor ten ge
hore.
Na het seminarie werd hij in 1841 tot priester gewijd.
Zijn aanspreeknaam was Don Bosco. Hij werd priester
in Turijn. Een in die tijd snelgroeiende stad waar arme
plattelanders werk trachtten te vinden. Slechte behui
zing, werkeloosheid, armoede was het gevolg.
Het leidde ook bij de jeugd tot sociale wantoestanden.
Don Bosco trok zich het lot van deze
jeugd aan en gaf hun les en onderdak.
Dit was het begin van zijn jeugdwerk.
Snel groeide zijn initiatief. Honderden
zwerfjongeren verbleven bij hem. Hij
kreeg hulp van anderen, 'Salesianen' ge
noemd, naar Franciscus van Sales, een
man met een groot hart voor hulpbehoe
venden. Hij reisde stad en land af om
hulp te organiseren voor 'zijn kinderen'.
Hij zorgde dat ze werk kregen, sloot ar
beidscontracten en bouwde huizen, waar
de arme jeugd kon opgroeien tot ge
schoolde werkkrachten, eerlijke mensen
en goede Christenen.
In 1846 stichtte hij het eerste oratorium
van de Heilige Franciscus van Sales. In 1859 begon hij
de Congregatie van de Salesianen van Don Bosco,
door Paus Pius IX in 1874 erkend. In 1876 werd de
Gemeenschap van de Salesiaanse Medewerkers op
gericht. Zijn werk groeide wereldwijd uit. Op 31 januari
1888 stierf hij in Valsalice. In 1929 werd zijn lichaam
overgebracht naar de kerk van Maria, Hulp der
Christenen, in Turijn. In 1934 is hij heilig verklaard door
Paus Pius XI.
Bron: Stichting Matypages