noemd naar meren als Berkmeer, Dieps
meer, Noordermeer, Leekermeer en
Baarsdorpermeer.
Door alle strijd van de Westfriezen de te
gen het water, het klimaat, en overheersin
gen van andere volken, zijn ze als mens
ook erg nuchter geworden.
Vooral de oudere Westfriezen houden nog
steeds van kort en bondig taalgebruik. Niet
meer woorden gebruiken dan nodig is. Een
aardig voorbeeld vormt het dialectwoord
voor burgemeester. Dat is hier "burrie",
lekker kort.
Opvallend is ook dat de voorkeur voor
kort, zich uit in de achternamen. Er is in
ons land geen enkele provincie waar zó
veel achternamen voorkomen met maar
één lettergreep.
Bak, Braas, Kok, Jol,Tol, Breed, Sma,
Plak, Kind, Groot, Klein, Pronk, Duin,
Tromp, Veul, Loos, Mul, Spil, Loos, Blom,
Bos, Stet, Schut, Buur, Buis, Baas, Deen,
Knijn, Smit, Ens, Smal, Breed, enz.
En Heerhugowaard viel, zeker voorheen,
zelfs op door veel namen met vis: Beers,
Baars, Bot, Steur en Snoek.
Trouwens van kort gesproken; bij de vol
tooide deelwoorden wordt ook bijna altijd
de "ge" weggelaten.Toen men ooit iemand
vroeg waarom men dat deed zei de man
heel nuchter: "Den gaat het lekker gauw!"
Nog iets opvallends: heel veel woorden
zijn in het dialect mannelijk. Zo wordt b.v.
over een koe wordt gezegd: "Hai geeft der
tig kan melk!"
Een vrouw die aan zwangerschapsgymnas-
tiek had meegedaan zei, toen men naar het
aantal deelnemers vroeg: "Noh, we lage
deer met tien man!"
Spreekwoorden
Aardig om te horen zijn ook vaak de eigen
spreekwoorden en zegswijzen van ons dia
lect. Wanneer bij een echtpaar de vrouw
flink groter is dan de man, heet het: "De
kerk is hoger as de toren"
Wanneer een vrouw graag de baas speelt
zegt men: "Vader dreigt de galge, maar
moeder heb de broek an!"
Voor zichzelf spreekt: "Logeerders en vis
bloive drie dage fris!"
13.
Wanneer een tuinder opschept over zijn te
verwachten oogst, luidt het: "Roik prate,
maar arm telle".
Voor zichzelf spreekt ook: "Trouwe is gien
klompe passé!"
Wanneer je land een eind van je huis lag,
was het "Hoe vedder van je goed, hoe
dichter bai je skade!"
Had een vrouw erg veel werk te doen,
heette het: "Ze heb het zo drok as het
waswoif'
Allemaal uitdrukkingen voortkomend uit
de nuchterheid van de Westffiezen.
Wanneer iemand doodmoe was zei men:
"Hai was an 't end van de akker!" En wan
neer iemand ergens mee maar niet op gang
kon komen heette het: "hai kon de wup
niet kroige!"
En zo zijn er nog steeds een groot aantal
vaak beeldende en heel duidelijke zegswij
zen in ons dialect.
Verdwijnen?
Mede daardoor is het ook heel jammer dat,
zeker juist in West-Friesland, ons dialect
vrijwel gedoemd is te verdwijnen.
Jongeren van onder de twintig spreken het
momenteel al nauwelijks meer. En wan
neer we twintig jaar verder zijn zal er nog
maar weinig van onze mooie streektaal
over zijn. Het is daarom dan ook heel fijn
dat vijfentwintig jaar geleden de Stichting
Creatief Westfries ontstaan is. Deze club,
werkend onder de vlag van het Westfries
Genootschap, telt ruim zestig leden, ver
deeld over vijf groepen, Zij komen eens in
de maand bij elkaar om hun zelf geschre
ven werk voor te lezen en, positief kri
tisch, met elkaar te bespreken. Met de uit
gave van boeken, een kwartaalblad en re
gelmatig optreden met een dialectpro
gramma probeert men de Westffiese taal
levend te houden.
Wilt u meer weten?
De Stichting Creatief Westfries geeft een kwartaal
blad uit, Skroivendevort, en heeft bijna 4000 abon
nees. Het abonnement kost €10,- per jaar. Ook zijn
er al veel boeken verschenen met verhalen, liedjes
en gedichten.
Wanneer u wat meer over deze activiteiten wilt we
ten kunt u altijd contact opnemen met de schrijver
van dit artikel, Siem de Haan, tel. 072 -5741500.
E-mail: s. dehaan2@quicknet. nl