VAN STREEKTALEN GESPROKEN
12.
Omdat in de eerste helft van de vorige
eeuw door vrijwel alle Heerhugowaarders
nog de hier geldende streektaal, het West-
friese dialect, gesproken werd, leek het ons
goed hierover eens wat te vertellen.
Ooit werd er Fries (geen Westfries) gespro
ken van de Elbe-monding (Oost-Friesland)
tot in het midden van het toenmalige
Holland, tot aan de Haarlemmermeer toe.
In kaarten rond 800 tot 1000 na Christus
droeg het meer Flevo, later uitgespoeld tot
zeeboezem, de naam Almere. Dit is Latijn
voor "aan zee" of "aan het water".
Dat meer stond toen met een lange, brede
waterloop, een "vlie" in verbinding met de
Noordzee. Het oostelijke deel van West
Friesland heette toen ook "West-Vlieland".
De woorden "flevo" en "vlie" hadden de
zelfde betekenis.
Ontstaan
Toen weer later, de Zuiderzee ontstond,
kwam er een totale afscheiding van
Friesland en begon de taal, onder invloed
van Holland, te veranderen. De grote in
vloed van het Latijn, door de Romeinse
overheersing daar ook nog altijd aanwezig,
zorgde, samen met de talen en tongvallen
uit het Zuiden, geleidelijk voor een nieuwe
taal die aanvankelijk nog erg Latijns was.
Later, rond 1600, kwamen er schrijvers en
dichters als Hooft, Brederode en daarna
ook Vondel, die er voor hebben gezorgd
dat het Latijn hier langzamerhand wegraak
te. Maar niettemin zitten er nog altijd aar
dig wat Latijnse invloeden in ons dialect.
Hier enkele voorbeelden:
Nederlands: schotel; Latijn; scutela; West
Fries; skuttel
Vork, vurca, vurk
Kaas, caseus, keis
Boter, butyrum, butter
Kool, kóól, kool
Door allerlei oorzaken, o.a. herhaalde in
vallen van Hollandse graven en later ook
door de grote invloed van de Fransen, ont
stond langzamerhand de taal die wij
Westfries noemen.
We moeten bedenken dat veel mensen toen
nog niet lezen en schrijven konden, dus de
taal werd bijna alleen mondeling overge
bracht. En juist daardoor verschilt tot op
vandaag soms per dorp bij veel woorden de
uitspraak. Daar kennen we zeker allemaal
wel voorbeelden van.
Denk enkel maar aan het Opperdoezer dia
lect, dat zeker duidelijk afwijkt van het dia
lect van de dorpen er omheen.
Franse invloeden
Maar ook de Franse invloed, die veel later
kwam, is tot op vandaag nog heel duidelijk
merkbaar in veel woorden van onze streek
taal.
Frans: Resolu; Nederlands; resoluut zijn;
Westffies; risselevere
Solliciter, solliciteren, stollestere
Environs, omgeving, averom
Bon foi, op goed geluk, op de domme rooi
Parentage, familie, pallemetasie
Retirer, vertrekke, ruiterere
Forcer, stukmaken, faksere
En zo kennen we nog veel meer van die
woorden, als daar zijn: anrecommandere,
ofslevere, beskandelesere, bementenere en
ga zo maar door.
Strijd tegen het water
Dat de Westfriezen altijd strijd hebben
moeten voeren tegen het water is in ons ge
bied ook nog duidelijk hoorbaar aan de na
men van veel dorpen. Laag, drassig land
werd "broek" genoemd: Hensbroek,
Spanbroek, Benningbroek, Lutjebroek,
Grootebroek.
Woorden met "hom" of "hoorn" een voor
uit springende hoek in het water) zijn er
ook veel: Hoom, Avenhorn, (vroeger
Auwenhom) Tuitjenhom, Dirkshom,
Barsingerhom, Kolhom etc. Hetzelfde
geldt voor dammen en dijken waaruit na
men als Oudendijk, Onderdijk, Bobeldijk,
Kalverdijk en Koedijk ontstonden.Vanuit
de dammen ontstonden namen als: Edam,
Obdam, Krabbedam.
Vergeet bovendien niet de plaatsen ge-
Siem de Haan, oud-voorzitter van de Stichting Creatief Westfries