Kroosschouw. haal konden bereiken. Anderen noemden het de sloot van Kok, omdat Nel Kok haar vader een vrachtdienst onderhield voor de tuinders, die hun producten door hem naar de veiling lieten brengen. Daar mijn oude re broer Leo met Jan Kok en mijn jongere broer Hans met Koos Kok bevriend was, heb ik vele jaren genoten van het jaarlijkse uitje, dat Kok met zijn vrouw en kinderen en de vriendjes van zijn kinderen met zijn motorboot naar Schoorl maakte. Het spannendste moment van die tocht vond plaats, als we met een lier over de dijk ge trokken werden, de z.g.overhaal bij Broek op Langedijk. Het was wel stilzitten geblazen, want op het bredere water bui ten de polder voer ook an dere scheepvaart met flin ke golfslag. We konden toen nog nauwelijks zwemmen en ik vind het nu nog opvallend gedurfd dat hij dat met een motorboot vol met kinderen en grote re verzorgers durfde te maken. We lieten onze vingers door het warme water glij den en als we bleven zitten mocht dat wel van hem. Ik herinner me wel dat Kok, zit tend aan het roer en de motor bedienend, heel streng en tegelijk zorgzaam voor ons was. Water in de Waard! Wat hadden we toen nog veel water! Bij het droogmaken van de polder in 1629 vormden de sloten een soort verbindingsnetwerk waardoor met molens het water weggemalen kon wor den. De centrale assen waren de tochtslo ten en daarop stonden haaks alle andere sloten. Al het water stond in verbinding met elkaar. Zo was de bemaling na droog legging ook later door een stoomgemaal geregeld. De Ooster- en Wester ringvaar ten vormden de boezems waarop het wa ter uitgeslagen werd. Omdat de bodem van de nieuwe droogmakerij in het zuiden dieper was dan in het noorden, moesten sluizen gebouwd worden om zo de water stand te kunnen regelen en scheepvaart toe te laten. Bij de Kolk lag zo'n sluis, die door de schipper zelf bediend moest wor den. Het vervoer te water was hoofdzake lijk bestemd voor vervoer van producten in de landbouw of van melk en/of vee voor de veeteelt. In dood lopende sloten vormde zich moerasgas, dat soms door de boeren werd op gevangen in ronde gas houders en zo kon dienen als warmtebron, lang voor het aardgas kwam. Biogas, avant la lettre! Kort na de drooglegging was het water nog tame lijk zout, maar geleidelijk werd het door regenval zoeter. In mijn tijd spra ken we over brak water; dat hield het midden tus sen zout en zoet. Hiermee in verband stond de be groeiing in de sloten; wa terpest en kroos tierden welig in brak water en ook riet was een vaste afscheiding van de sloot met de oe ver. We zagen in onze jeugd geen waterle lies of gele plompen, typische zoetwater minnaars. Jaarlijks hield men schouw om de sloten open te houden. Elke ingeland diende te zorgen dat de sloten die aan zijn perceel grensden, schoon waren van riet en andere waterplanten. Dat brengt me op het bestuur van de pol der. Het polderbestuur onder leiding van de dijkgraaf, we zouden nu zeggen het waterschap, zorgde voor de wegen en de waterhuishouding in de polder. Dat be stuur stond naast het gemeentebestuur, dat zich met de burgerlijke stand van zijn in woners bezighield. Het polderbestuur, dat uit de hoofdingelanden (inwoners die grond bezaten) gekozen werd, had een veel grotere taak dan het gemeentebestuur. Ze had werkplaatsen, opslagplaatsen voor stenen en zand, eigen personeel in dienst, zoals een polderbaas en stratenmakers. Ze bepaalde het waterpeil, regelde de bema- DIJKGRAAF en HEEMRADEN van den polder HEERHUGO- WAARD brengen ter kennis van belanghebbenden dat aan de be paling van artikel 12 der Ver ordeningen en Keuren van dezen polder zal moeten zijn voldaan vóór den 30sten September '30, op welken dag daarover schouw zal worden gehouden. Onder deze schouw zijn zoo wel do scbeislooten als de toch ten, wcgslooten, not- en kavel- slootcn begrepen. Heerhugowaard, 13 Sept. 1930. Dijkgraaf en Heemraden voornoemd, VV'IEBE VAN SLOOTEN, Dijkgraaf. H. HOOGLAND, Secretaris.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Overhaal: historisch magazine Heerhugowaard | 2010 | | pagina 51