gedrukt. In de 17e eeuw ontstaat er vanuit Haarlem het eerste georganiseerde verzet. Niet lang erna volgde verzet vanuit Schagen. Op het bord achter in de katho lieke kerk daar hangt een lijst van alle pastoors vanaf het ontstaan van de Scha- ger parochie; bovenaan staat Pastoor Cats. Deze jonge priester kreeg als taak om westelijk West-Friesland voor de Katholieke Kerk te herwinnen. Hij vestig de zich om strategische redenen ten zui den van Schagen op het platteland. In een uithoek van de steden Oude en Nieuwe Niedorp groeide daardoor een nieuw dorp 'in de velden' en het kreeg allengs de naam 't Veld. Door de burgerlijke over heid werd 't Veld enzijn bewoners van het begin af nauwelijks gedoogd, maar vaak zoveel als mogelijk achtergesteld. Met het begrip 'dorp' in die tijd, worden de dijk- en landpaden bedoeld, die de on derlinge boerderijen met elkaar verbon den. In 1612 wordt in een van de huisjes van het 'Cloister' een kamer ingericht als kapel. In dat jaar ontstond de zelfstandige parochie 't Veld. Ondanks de godsdiensttwisten hield in 't Veld het katholieke geloof stand: in 1730 is een houten kerkgebouw gebouwd. Pas in 1853 is men begonnen met de bouw van de huidige Martinuskerk. De parochie 't Veld had een groot werkgebied. Niet al leen de dorpen Warmenhuizen, Tuitjen- horn, Nieuwe- en Oude Niedorp en Winkel vielen onder 't Veld, ook een groot stuk van Harenkarspel en het noordelijk deel van Heerhugowaard hoorden erbij. In het zuidelijk deel van Heerhugowaard stond de kerstening los van wat er in 't Veld gebeurde, en kwam ook veel later op gang. Het had immers na de drooglegging van de polder lang geduurd voor de groei op gang kwam. De kwaliteit van de grond was slecht, er wilde nauwelijks iets op groeien. Pas de komst van kunstmest leid de er toe dat boeren iets konden verdie nen, en dat zorgde er weer voor dat er méér kwam dan de zand- en kleipaden die de polder tot dan alleen maar kende. In 1866 werd de Middelwech verhard, later volgden andere wegen. In de laatste 30 jaar van de 19e eeuw veranderde Heerhu gowaard van een veeteeltpolder met noodgedwongen veel bossen (in het noor delijk gedeelte o.a. Groote Geldebosch, Paardebosch, Schoutenbos, Zuiderbos) naar tuinbouwpolder. Door de intensiviteit werden meer arbeiders aangetrokken, en dus ook nieuwe inwoners. Het aantal in woners van Heerhugowaard ontwikkelde zich van 800 inwoners in 1810 naar 3000 in 1910 (en inmiddels ruim 51.000 begin 2010). Al ging de groei van Heerhugowaard langzaam, toch ontstond er geleidelijk rond de Punt, als natuurlijk middelpunt rondom de enige bocht in de Middenweg, een gehucht. In 1642 werd er een school gesticht, het eerste openbare gebouw. In 1650 werden er in de polder twee schuurkerken inge richt, die na enige jaren weer werden ge sloten. Pas in 1867, twee eeuwen later, werd een nieuwe parochie in Heerhugo waard opgericht; de Dionysiuskerk. De parochie omvatte daarbij het totale gebied van de polder, op het meest noordelijk ge deelte na. Voor de meeste mensen die daar woonden was de parochie van 't Veld immers aanmerkelijk dichterbij. De drang naar een eigen kerk Als je rond de vorige eeuwwisseling in het noorden van de polder woonde, moes ten er flinke einden worden afgelegd als je ter kerke wilde gaan. Naar de Dionysiuskerk in 't Zuid, of de Martinus kerk in 't Veld. Maar ook gingen er katho lieken naar Noord-Scharwoude of Obdam, samen de enige vier kerken in de wijde omgeving. De meeste katholieken in 't Noord trokken naar 't Veld, langs de onmogelijkste weggetjes, via loopbrug gen, smalle ringdijkjes en landpaden met kuilen en gaten. Altijd langdurige tochten, al gauw anderhalf uur lopen. Zomers kostte dat al veel tijd, 's winters wilden het wel eens barre tochten worden. Maar naar de kerk ging iedereen, elke zondag opnieuw. Het waren niet alleen die verre en lange tochten die de drang naar een eigen Noordeinder kerk veroorzaakten. Het was

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Overhaal: historisch magazine Heerhugowaard | 2010 | | pagina 31