261
48A(4)
262
48a<3)
263
48a<2)
264
48A<1)
265
48 b
48 b
enige slachtoffer. De moffen namen Pluister
mee, hij moest zelf zijn radiotoestel dragen.
Hij werd naar Duitsland vervoerd en is later
in een concentratiekamp gestorven Ook de
heer Voskuil werd verraden waardoor hij
moest onderduiken. Met Kersttijd 1944
waagde hij het een nacht thuis te slapen wat
vast door een van zijn verraders gezien
moet zijn want dezelfde nacht werd hij op
gepakt. Het werd voor mij nu ook gevaarlijk
want wij werkten veel samen, ik werd dan
ook door de Ondergrondse gewaarschuwd,
die oordeelde dat 'ome Jan' tenminste
's nachts niet thuis mocht slapen. Dus nu ie
dere avond de deur maar uit en Tante Ma
(de vrouw van Jan Leegwater-red.) alleen
gelaten. Die was trouwens blij dat ik 's
nachts wegging want het was te gevaarlijk
om thuis te blijven. Op een nacht werd
Tante Ma uit bed gebeld. Er stonden 3 man
nen voor de deur maar het was gelukkig
goed volk. Ze brachten van alles mee uit het
Gemeentehuis als kaartsystemen, adminis
tratie e.d. zodat ze op het Gemeentehuis
niets meer konden uitzoeken. Deze 3 man
nen doken ook die zelfde nacht nog onder.
Het kwam ook zo ver dat wij als burgers
geen gas en elektriciteit meer mochten ge
bruiken. 's Avonds zaten wij dan bij een
klein lichtje of een kaars. Later hadden we
niet meer dan een beetje stookolie voor een
lampje. Toen was het mooi genoeg en heb
ik het zegel verbroken en er een stop in ge
draaid en elektra gebruikt met een paar
kleine bolletjes toch beter dan een kaars.
Het is gelukkig goed afgelopen want er
stond een zware straf op.
Het NSF (Nationaal Steunfonds) werd ook
al uitgebreider. Hadden wij eerst enkele
Zeemansvrouwen te onderhouden, later
kwamen er steeds meer onderduikers bij.
Iedere maand kwam het geld in giro-enve
loppen met nummers er op afgepast en door
koeriersters bezorgt bij ons aan. Het moest
dan overal naar toe Broek op Langedijk,
Heerhugowaard, St. Pancras, Ursem,
Nieuwe Niedorp, Anna Paulowna,
Wieringen, Wieringermeer e. a. Dat ging
dan weer per koeriersters verder. In
September 1944 kregen wij ook de
Spoorwegstaking. Al die mensen moesten
ook weer een plaats hebben voor onder
duiking en moesten ook iedere maand
hun salaris weer betaald krijgen dus dat
was weer heel wat drukte erbij.
Honger en verraad
Het voedsel werd ook schaars en het viel
niet mee om daar aan te komen.In de
Wieringermeer hielp men ons geweldig
met tarwe en olie. Door het voedselge
brek werd het ook steeds moeilijker om
onderduikers geplaatst te krijgen want we
moesten de mensen wel beloven dat ze er
ook eten bij zouden krijgen.
In de laatste winter van de oorlog werd
vooral in de grote steden echt honger ge
leden. Mensen kwamen naar de provincie
met fietsen en handkarren om eten te zoe
ken, tot in de Wieringermeer aan toe, op
het laatst vooral vrouwen en meisjes om
dat het voor mannen te gevaarlijk werd
langs de weg door de razzia's. Het was
vreselijk om aan te zien, al die uitgehon
gerde mensen waarvan er onderweg ziek
werden en soms stierven van uitputting.
Het gebeurde op een keer dat "Ome Jan"
bericht kreeg van de ondergrondse dat hij
alle gevaarlijke spullen uit zijn huis
moest halen en ergens anders opbergen
want hij was bekend bij de landwacht.
Dus besloten wij maar om het boven in
het torentje van de Gereformeerde Kerk
op te bergen.
Er werd al die tijd ook een krantje ge
drukt genaamd Trouw". Dit gebeurde
bij Paul den Hartigh Pzn in een kamertje
in de hooiberg en is daar tot bijna het ein
de van de oorlog gedrukt maar dit scheen
op het laatst ook verraden te zijn
Er moest een andere plaats voor gevon
den worden, dan maar in het lijkenhuisje
op onze begraafplaats, 2 dagen is het daar
gedrukt. Toen kreeg den Hartigh 's mor
gens vroeg huiszoeking maar er was niets
te vinden, de Duitsers wisten echter te
vertellen dat een broer van Aatje de
Graaf, Piet, daar de voorman van was. Ze
zetten haar zo onder druk dat ze op het
laatst zei dat Piet in de school moest zijn,
hij sliep daar een gedeelte van de nacht
ALGEMEEN
BROOD
ALGEMEEN
BROOD
ALGEMEEN
BROOD
ALGEMEEN
BROOD
ALGEMEEN
BROOD
BROOD
Voedselbonnen