Bonkaarten Het eten was een geweldig probleem want er moesten iedere periode bonkaar ten gebracht worden. Er werd zoveel mogelijk geprobeerd de mensen van de distributiekantoren, waar van wij maar dachten dat ze te vertrou wen waren, zover te krijgen de bevolking kunstmatig op te voeren en dan op die manier bonkaarten over te hebben voor de onderduikers. Bij ons in Heerhugo- waard ging dat best. Wij hadden een dis tributieleider die gereformeerd was en een meisje op het kantoor die er alles voor deed. Zodoende kregen wij iedere periode 400 bonkaarten Er waren ge meentes waar dat niet zo gemakkelijk ging en ook de vraag werd steeds groter. Soms moest dan de Knokploeg in actie komen om een Distributiekantoor leeg te halen (dat noemden wij kraken) Dat was levensgevaarlijk en er kwamen wapens aan te pas. Wij werkten ook met valse bonnen. Die plakten wij dan op lege de lijsten die wij van de distributie kregen. In het Rooms Katholieke Klooster te Nieuwe Niedorp werkte Pater Huisen (schuilnaam Pater Gardiaan) mee in het verzet. Een reuze kerel die zich geweldig inzette voor de onderduikers. De Rooms Katholieken betrokken altijd de bonkaar ten van ons. Cor Wagenaar De jongens moesten veelal ook andere persoonsbewijzen hebben maar daar was ook weer een oplossing voor in de vorm van valse papieren. Het bezorgen van de bonkaarten was eerst niet zo erg, ik deed dit zelf maar je kon niet iedere keer bij de zelfde komen, dat zou in de gaten lopen, maar er waren wel helpers die dat weer over konden nemen. Dirk Gootjes Jr. heeft ook heel wat werk verzet. Veel jongens, net aangekomen, die nog geen direct on derdak hadden, werden bij hem onderge bracht Dit werk wat wij deden was gewoon het L.O. werk (Landelijke Organisatie voor on derduikers) en dan had je ook nog de K.P (de Knokploeg). Wij hadden koeriersters die voor ons veel brieven en bonnen weg brachten. Wij hebben het ook wel gehad dat er een auto kwam waar een heer en een dame in zaten en dat de man eerst infor meerde of wij het goede adres wel waren en hij had ook een wachtwoord. Dan kwam de dame binnen die flink corpulent was, maar als ze weer naar buiten kwam was ze aanzienlijk minder dik. Wij hadden dan weer heel wat extra bonkaarten e.d.. Het was bij ons net zo'n distributiekantoor er ging heel wat om. Wij kregen veel men sen aan huis die bij ons, de Ondergrondse, zoals ze ons noemden om raad kwamen. Er kwamen wel 20 tot 25 mensen per dag. Je begreep zelf niet dat alles zo door kon gaan want wij hadden in Heerhugowaard toen een NSB Burgemeester en een Rijksduitser als secretaris. Het was dus wel gevaarlijk, maar wij voelden aan dat de Heere ons bewaarde. Wij hielden onze vergaderingen in huis van verzetslieden. In 1943 werd mij ge vraagd of ik de verzorging voor Zeemans vrouwen op mij wilde nemen, wat maar enkele gevallen waren. Cor Wagenaar was aangesteld als districtsleider, die ging toen de hele kop van Noord-Holland door. Heel gevaarlijk werk. Hij reed op een motor, wat ook steeds meer in de gaten liep want die waren er zowat niet meer. Hij kreeg ook veel volk aan huis en zijn overburen waren NSB-ers dus dat liep allemaal te veel in de gaten. We hoorden via via dat het gevaarlijk werd. Hij is toen naar Amsterdam gegaan en heeft van daaruit

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Overhaal: historisch magazine Heerhugowaard | 2010 | | pagina 10