Sluwe journalisten
Het is stervenskoud in januari 1951. Drie
mannen, verscholen in hun jassen, mel
den zich bij de Alkmaarse brandweerka
zerne en stellen zich als journalisten voor
aan een kazernemedewerker. Zij willen
een foto voor de krant maken van de
Oterleker Brandweerstaf. De trofee is op
dat moment al twee weken te gast bij de
Alkmaarse brandweer. Toestemming vra
gen aan de commandant is echt niet no
dig, omdat het trio alleen maar even wil
bekijken of een foto de moeite waard is.
De Alkmaarder gaat door de bocht en laat
de staf zien die ergens verstopt ligt.
"Nou dat valt tegen", zegt de ene 'journa
list' tegen de andere. "Wat mij betreft
hoeft dat ding niet op de foto." Het drie
tal drentelt nog wat door de kazerne, on
dertussen de glimmende brandweerauto's
luid prijzend. Plotseling kijkt de ene let-
tercomponist op zijn horloge, meldt nog
een afspraak te hebben en neemt afscheid
van het gezelschap. De andere twee en de
Alkmaarse kazernemedewerker praten
over vlammetjes die vuur veroorzaken en
vertrekken ook.
De kazernemedewerker valt bijna flauw
als hij merkt dat de kast, waarin de staf
lag, openstaat. De Oterleker Brandweer
staf is verdwenen. Een dag later meldt de
Enkhuizer Courant op de voorpagina dat
drie brandweerlieden de staf hebben ge
roofd uit Alkmaar. De drie op de kranten
foto hebben hun gasmasker opgezet om,
zoals de krant meldt, "hun misdadige tro
nies te verbergen".
Oterleker ritueel
Het Oterleker brandweerkorps telt een
half dozijn spuitgasten. Elk jaar gaan de
zes op stafjacht. Het is 1983 commandant
als Hein Lind en zijn mannen om elf uur
's avonds het kompas instellen op Laren
in het Gooi.
Het team verkent eerst als Sioux-indianen
de omgeving en de kazerne. Soms zit het
tegen, soms zit het mee in het leven van
brandweerlieden die "vreemd gaan": in
een wc-raampje blijkt beweging te zitten.
Hein Lind: "Teun Plevier is een slank
mannetje. Toch fijn als je zo iemand ach
ter de hand hebt." Alsof het om een tv-
spelletje Dreumesduwen gaat, wordt Teun
door het raampje geduwd en hij ontgren
delt vervolgens van binnenuit de deuren.
"Er stond maar één auto in de kazerne,
nog wat spullen en een grote kast. Wat ie
dereen zou doen, deed ik ook. Ik draaide
de knop van de kast om en vervolgens
ging de sirene op het dak aan. Men had
die knop blijkbaar doorverbonden met het
brandalarm. In een mum van tijd stond
een achttal Larense brandweermensen in
de kazerne, in de veronderstelling dat er
brand was."
Bouwplan
Bij de bouw van de brandweerkazerne
van Koedijk worden twee ingrijpende
bouwkundige wijzigingen aangebracht
waarvan de Welstandscommissie nooit
weet heeft gehad. De ene bevindt zich in
het keukentje: een pijp van anderhalve
meter steekt de grond in. De koelkast
staat er op. De andere is in de
toiletruimte. De bouten van de wc-pot
kunnen zonder gereedschap worden ver
wijderd, de pot moetje daarna even tillen
en dan wordt naast de afvoerbuis van het
toilet nog een buis zichtbaar. Ook ander
halve meter lang. In beide bergplaatsen
past precies de Oterleker Brandweerstaf.
Jacob de Maijer, ex-brandweerman van
Koedijk zegt dat de twee geheime plaat
sen nooit zijn ontdekt. Alleen door "ver
raad" kwamen korpsen aan de staf.
Verklapperij omdat een ander korps de
trofee bitter nodig had voor een afscheid,
of een brandweerjubileum.
Om de staf te vinden ga
je desnoods in de kruip
ruimte van een kazerne.