ÏN VUUR EN VLAM VOOR OTERLEKER BRANDWEERSTAF Begeerte om brandweertrofee te bemachtigen is met overdosis bluswater niet te bedwingen De zomer van 1950 loopt op zijn laatste benen. Een lome middag is het decor van een vergadering in Alkmaar van burgemeesters en brandweercommandanten uit de regio. Burgemeester J. Posch van de, toen nog, zelfstandige ge meente Oterleek, is ook aanwezig. Wat hij niet kan weten is dat op hetzelfde moment zich twee geüniformeerde brandweermensen uit Alkmaar vervoegen bij zijn opval lende boerderij "De Wittenburg" aan de Noordervaart. Het is het voorspel van het ontstaan van een nieuw feno meen: de begeerte van brandweerlieden in deze provincie om de Oterleker Brandweerstaf in bezit te krijgen. "Uw man vraagt of u de Oterleker Brandweerstaf aan ons wilt meegeven", zeggen de Alkmaarders. De nietsvermoe dende burgemeestersvrouw geeft de Oterleker brandweerstaf mee. Terug in Alkmaar wordt de 'jachtbuit' aan burge meester Posch getoond. Zoet ligt naast zuur, ook in brandweerkringen. Brandspuitje Het Oterleker brandweerkorps is een poosje terug als vijfde korps opgegaan in de Alkmaarse brandweer. Het bezit een eigen handspuit die zijn beste jaren heeft gehad. Bovendien is er in Oterleek ge brek aan opslagruimte. Het aftandse blus- tuig wordt aan de weg gezet in afwach ting van de vuilnisophaaldienst. Is het toeval, of is er sprake van enige regie? We weten het niet. Maar op het moment dat de handspuit aan de weg staat, rijdt J. van Maarleveld, toenmalige commandant van de Alkmaarse brandweer, door Oterleek. Brandweerlieden dromen rood. Het handspuitje ziet hij dus niet over het hoofd. In het gemeentehuis van Oterleek informeert hij wat er met het blustuig gaat gebeuren. Om kort te gaan: het handspuitje wordt ingeladen en staat van af dat moment te pronken in de achter eenvolgende Alkmaarse brandweerkazer nes. Zo ook nu nog in de hal van de ka zerne aan het Nollenoor. Spijt en trots Even terug naar die nazomerdag in 1950. Posch zegt zuur dat het hem aan het hart gaat dat de Oterleker handspuit nu in Alkmaar staat. Vooral omdat hij zelf ook een verzamelaar van oude spullen is. Maar hij is een sportieve verliezer en gaat akkoord met de gang van zaken. Zoeter en triomfantelijker klinkt zijn stem als hij vertelt dat de Oterleker Brandweerstaf, hét waardigheidsteken van vroegere brandweercommandanten, Tekst en beeld: John Moesker Rechts: De oorspronkelijke staf met daarop het gemeen tewapen van Oterleek (links) en een later exemplaar met herinne ringsplaatjes. Het Oterleker hand spuitje staat al sinds jaar en dag - mooi ge restaureerd overigens - in de Alkmaarse brand weerkazernes.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Overhaal: historisch magazine Heerhugowaard | 2009 | | pagina 7