54. Opnieuw had Jan een noodsignaal naar Jaap uit laten gaan, maar Jaap had het kennelijk erg druk. Nu trof hij het, dat Jaap op dat moment langs kwam fietsen. "Jaap stop er's effies. Wat hew ik jou een eeuwige tijd niet zien." Met een grote zwaai van zijn korte been stond Jaap naast zijn fiets. Jan, ben ik groeid?", was de reactie van Jaap. Jan kon de grap waarderen en ging verder: "Jaap, het licht in de koegang doet het nag nooit goed.", waarop Jaap reageerde: "Jan Bakkum, weetje wat jij moet doen. Een nieuwe boerderij om die lamp bou wen." Jaap beschikte ook over een automobiel, een grote Amerikaanse Ford. Om daarmee te kunnen rijden waren voor Jaap wel en kele aanpassingen noodzakelijk. Met een kussen onder z'n gat en op het puntje van de stoel zittend kon hij door het stuurwiel, over de motorkap, juist op de weg kijken om het overig verkeer te observeren. Zijn korte benen konden de pedalen niet berei ken. Daarom waren daarop houten blok ken gemonteerd. "Ruimte voor de pers" Jaap was ook lid van de Raad van De winkel van Toezicht van de Boerenleenbank van Jan Tromp. Daar werd met andere leden van de bank geadviseerd bij de toeken ning van aangevraagde kredieten bij de bank. Periodiek kwamen de leden van de Raad van Toezicht bij elkaar en met een dikke sigaar in de mond werden de zakelijke aangelegenheden aan de orde gesteld. Er tussendoor was er wel tijd voor een kwinkslag. Zo opperde Piet Wijnker: "Ik fietste van de week langs de Middenweg toen ik een auto tegen kwam, waar geen mens in zat." Jaap Borst reageerde direct. Hij stak zijn hand omhoog en riep: "Dat was ik. Ik zat op dat moment juist in het vooron der." Op het sociale vlak was Jaap evenzeer actief. Op bijeenkomsten en bij voor stellingen van verenigingen zorgde hij voor de verslaggeving en maakte de daarbij behorende foto's. In de soms drukke menigte begaf Jaap zich dan naar de voor de foto meest geschikte plek, zich met beide ellebogen een baan door de drukte creërende en uit roepende: "Pers,..pers! Ruimte voor de pers!" In de kerk verzorgde hij, met kruide nier Jan Groot, het zogenaamde "Vijfcentenbakje". Bij het verlaten van de kerk werd iedere kerkganger geacht zijn bijdrage in het bakje te deponeren. De jeugd onder de kerkgangers wilde deze bijdrage wel eens ontlopen, om daarna de vijf centen bij "Teuntje Zut" om te zetten in zoute lappen of een ko ningsbroodje. In dat geval was Jan Groot nogal eens mild en zag dat door de vingers. Bij Jaap had je geen kans. Hij hield je nauwlettend in de gaten, zei niets, maar wees met een strenge vinger naar het bakje. Japie Borst Jan Swart

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Overhaal: historisch magazine Heerhugowaard | 2009 | | pagina 56