1
vlieg werd bestreden met koolkragen en
kamfer en de knolvoet met tabakzand? En
dat er daar toen al sprake was van de teelt
van tulpen, zij het op kleine schaal!
De luchtfoto van ongeveer 35 jaar gele
den geeft een beeld van het landgebruik
in die tijd. Langs de noordkant van de
Zsp lag een deel van de Hasselaarsweg,
de verbindingsweg tussen de Middenweg
te Heerhugowaard en de weg langs de
Westdijk. Vanaf Heerhugowaard gezien
kruiste deze weg eerst de spoorlijn en
kwam vervolgens uit bij de dijkweg langs
de westelijke ringvaart van de polder
Heerhugowaard.
Bij deze kruising lag sinds jaar en dag een
loopbrug over het water, de Lange Balk
genaamd, die men over moest als men
richting Zuid-Scharwoude ging. Er was
daar ook een kleine buurtschap,
de Pannekeet, bestaande uit
slechts enkele huizen. Iets ten
noorden van de bovengenoemde
weg naar de Lange Balk stond
destijds het geboortehuis van een
bekende Langedijker, de heer
Jac. Groen Azn. Deze getalen
teerde man, een tuinderszoon,
werd later een bekwame parle
mentariër en als zodanig een ge
duchte strijder voor de belangen
van boer en tuinder met name in
zijn functie als voorzitter van de
organisatie R.K. Land- en
Tuinbouw Bond de L.T.B.).
Waar de Hasselaarsweg de Zsp begrensde,
lag ten zuiden van deze weg een groot
stuk rietland. Het riet dat daar groeide
werd voor een groot deel 's winters (dan
was de slappe grond van het rietland bij
tijden begaanbaar) 'geschoren' en in bos
sen gebonden. Het riet werd door de riet
scheerders te gelde gemaakt want menig
een kon het riet toen voor bepaalde doel
einden gebruiken. Op het kale rietland
bloeiden in het late voorjaar duizenden
koekoeksbloemen. Ook de flora van de
graskanten langs de weg had iets bijzon
ders in de vorm van talloze pinkster- en
boterbloemen, het stoere fluitekruid en het
fraaie trilgras.
Vertraging door schaarste
Tijdens de herverkaveling van de Zsp die
in 1940 van start ging, werd door de pro
vincie ook een weg aangelegd langs de
westelijke polderdijk van Heerhugowaard
ter vervanging van de oude dijkweg die
voor het gemotoriseerde verkeer niet
bruikbaar was. Deze ouderwetse grindweg
was vrij smal en alleen in het midden met
straatstenen verhard (het zogeheten paar-
denpaadje). Deze voorziening maakte het
wegdek minder kwetsbaar en het werk
voor het paard dat met name in draf een
boerenwagen of rijtuig moest trekken,
minder vermoeiend.
Voor de fundering van de nieuwe, tame
lijk brede weg die met zware klinkers be
straat moest worden, maakte men gebruik
van puin dat met dekschuiten werd aange
voerd en, naar verluidt, afkomstig was uit
de kort voor die tijd door de Duitsers ge
bombardeerde stad Rotterdam. Vanwege
gebrek aan geld en materialen in de oor
log kwam men met de bouw van deze
weg in noordelijke richting uiteindelijk
niet verder dan tot bij de sluis van de
Noordscharwouderpolder. Al het verkeer
reed tot ver na de oorlog nog steeds over
de smalle brug over het sluisje tussen de
ringvaart en bovengenoemde polder en
langs de naburige Amerikaanse windmo
len.
Een vertraging als hierboven genoemd
Zsp na de verkaveling
Jac. Groen Azn.