Houtrakpolders in september. Ondertus sen was er dan wel weer voldoende werk bij de transport. Gezelligheid Was het dan altijd maar werken wat de klok sloeg? Nee, er was ook wel eens tijd voor een verzetje. Het waren wel geen echte vakanties, maar wel jaarlijks een avondje naar de "lichieskermis" in Alkmaar. Ook zijn we nog eens op zon dag met zijn allen naar het Speelduin in Schoorl geweest. Met een vrachtschuit. We vertrokken 's morgens vroeg vanaf de Langebalk. Het was nog in de tijd dat Bello reed, ook de neven en nichten van Ursem waren die dag mee. Jo was ook een liefhebber van kaarten. Zijn rondje bestond eerst uit: Jan Tesse- laar, Beitus Hoek en Gert Molenaar. Latere maten waren o.a. Niek Doodeman, de kapper, Henk van Woerkom en Cor Ursem. Er werd altijd gepandoerd. Met belangstelling zaten we soms te kijken en te luisteren zonder te begrijpen wat de kaarttermen piek, polk of praatje nou echt betekenden. Cor Ursem van het café en het kruide nierswinkel in de Noord was zijn zwager. Op zondag uit de kerk werd daar altijd een kopje koffie gehaald, een borreltje gedronken en natuurlijk werd er gebiljart. Als het te laat werd moesten wij hem ha len. Steevast met de woorden: "Vader, de soep is klaar". Het antwoord stond ook vast: '"t Potje is zo uit, ik kom." Maar echt komen bleek toch een moeilijke gang. IJsjes en "een patatje met" Halfweg de jaren vijftig nam mijn vader twee ijscowagens over van Jo Baars. Ook weer om bij te verdienen voor zijn gezin. Eén bakfiets en een staanwagen. Dit bete kende voor ons als kinderen, vader helpen met mooi weer en rondjes rijden. Zo werd hij een concurrent van Piet Buurman die ook nog wel eens een rondje door de Noord wilde venten. Op zich was het wel leuk werk maar je zat wel vast. Het ijs werd betrokken van Boots uit Zuid- Scharwoude, die een goede kwaliteit ijs had. Wanneer het niet opraakte mocht mijn vader het opslaan bij het Koelhuis van J.C. van Langen. Toen Cor Ursem plannen had om zijn kruidenierswinkel uit te breiden cq. te verplaatsen naar de stal, kreeg vader het aanbod om in de oude winkel een ijssalon te gaan runnen. Dit bood nog meer moge lijkheden om bij te verdienen. In mei 1957 werd de ijssalon geopend. Naast ijs verkocht hij ook snoepwaren, patat en kroketten. Trefpunt voor de jeugd Voor de kinderen uit de Noord was de IJssalon van Jo van Schagen tegenover de kerk een begrip. Ieder kind kreeg als zak geld wel een stuiver of een dubbeltje. Daar kon je dan een stroopsoldaatje voor kopen. Als je iets meer zakgeld kreeg, kon je op een gegeven moment ook "een patatje met" kopen. Op zondagmiddag trof je bij de IJssalon je vrienden en vriendinnen met allemaal hetzelfde doel: dubbeltjes en kwartjes omzetten in snoep of patat. Het zakgeld datje kreeg werd elk jaar verhoogd met een stuiver of een dubbeltje. Deze wekelijkse gang naar de IJssalon is voor velen een jarenlang te rugkerend ritueel geweest. De ijssalon was niet aan huis. Dus mijn vader was altijd weg. Dit heeft hij volge-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Overhaal: historisch magazine Heerhugowaard | 2009 | | pagina 30