man of kind, per schuit. Eenmaal door de sluis kwamen we dan in rustiger vaarwa ter tot de veiling. Er lagen daar soms 50 schuiten te wach ten, je was bij loting aan de beurt. In de veiling kwam de keurmeester langs om de kwaliteit te bepalen. Je keek daar na met spanning op de klok wat de pro ducten opbrachten. Daarna moest je naar verschillende plekken om de handel af te leveren. Die schuiten gingen naar de fa. Kamp of Kliffen, naar Kramer of De Nijs in Zuid-Scharwoude, naar de goederen wagons op het spoor of direct naar de handelaren. Soms ook naar vrachtwagens die op het parkeerterrein stonden te wachten. Het waren hele lange dagen, van donker tot donker voor weinig geld. Pluters Vroeger werden de vervoerders die de veilingproducten naar Alkmaar brach ten "pluters" of "Alkmaar pluters" ge noemd. Die naam was afgeleid van het type schip dat ze meestal voor het vervoer gebruikten; de pluut. Een slanke boot met een breed vlak en daardoor een goed laadvermogen. De lengte van een pluut varieerde tus sen de 9 en 12 meter. De pluut is een kruising tussen een botter en een ha ringschuit. De pluut heeft een platte bodem, rechte voorsteven en geknikte boeg. Met de komst van een spoorverbin ding in 1902 verdwenen de pluters. Op deze foto uit 1890 de Broekerveiling met op de achtergrond de schepen van de "Pinters die de geveil de groente naar Alkmaar vervoerden.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Overhaal: historisch magazine Heerhugowaard | 2009 | | pagina 27