40 JAAR TOUR DE WAARD
Groene koektrommels en gele trui
Ze zijn er nog steeds, de wielersuppor-
tersverenigingen, maar pakweg 40 jaar
geleden bestonden er veel meer. Voor
een topwielrenner, vaak woonachtig in
een kleine gemeente, waren er altijd wel
enkele enthousiastelingen die de koppen
bij elkaar staken om zo'n club op te rich
ten. Bij onze zuiderburen was er in elke
Belgische stad of dorp wel een suppor
tersclub te vinden.
In de Waard woonde ook een topper; zijn
naam is Pé van Stralen. Hij woonde met
ouders, zusters en broers aan de
Molenweg (vroeger Voddeweg). Later
woonde de familie van Stralen op de
Middenweg 19 in huize Ida. Ook de
broers van Pé hadden een fantastisch uit
houdingsvermogen. Het waren allemaal
fanatieke sporters. Naast het fietsen ston
den ze ook in het hardloperwereldje hun
mannetje.
Ikzelf was van kinds af aan al besmet
met de wielerbacil en samen met een
aantal andere enthousiastelingen werd de
"supportersclub Pé van Stralen" opge
richt. Jan Leegwater die zich op diverse
fronten inzette voor sportverenigingen en
ook actief was in de plaatselijke politiek
werd de eerste voorzitter en ikzelf secre
taris. Pé bleef goed fietsen totdat een zeer
ernstige val een abrupt einde maakte aan
zijn wielercarrière. De supportersclub
hield daarmee ook op te bestaan.
Wat voor alternatief was er? Ik kwam op
het idee om een wielercriterium in de
Waard te organiseren. Daar de eerste
nieuwbouwstraten in het oude centrum
uit de Heerhugowaardse klei gestampt
waren was het mogelijk om een ronde te
organiseren. Het eerste parcours ging
over de Van Foreeststraat, Metiusstraat,
Kromhoutstraat en Bickerstraat. We von
den het een beetje te simpel om het de
"Ronde van Heerhugowaard" te noemen.
Als fan van de Tour de France vond ik
een naam als "Tour de Waard" toch wel
een beetje specialer. De finishstreep werd
geschilderd (tegenwoordig gebruikt men
plakband) op de Van Foreeststraat ter
hoogte van de gymzaal van de voormali
ge Don Bosco Mulo. Het was in de be
ginjaren de gewoonste zaak van de we
reld, dat de wielertoeschouwer een en
treekaartje moest kopen. Langs het par
cours waren elf kassaposten. Wisselgeld
kwam uit de kerkcollecte en de geldkist
jes waren koektrommels, die we gekocht
hadden bij Breed's warenhuis.
Diverse andere materialen, zoals kopjes,
koffiepotten, limonadeglazen en stoelen
en tafels werden voor een dagje geleend
van jeugdhuis T Anker aan de Van
Veenweg.
We hadden uiteraard onze nieuwsgierige
oogjes laten werken bij andere wieler
wedstrijden in de regio om er organisato
risch wat ideeën op te doen. De verkeers
ader (er was bijna geen verkeer) de Mid
denweg, mochten we toen nog niet in het
parcours opnemen.
De bewoners aan bovengenoemde straten
werden voor het eerst in hun leven van
de buitenwereld afgesneden. Weg rustige
omgeving. Het was gebruikelijk dat ren
ners op de wielerdag ergens aanbelden
met de vraag: "Mag ik mij bij U verkle
den?" "Wat voor rugnummer heb je en
hoe heet je?", was vaak de wedervraag.
De bewoners hielden tijdens de wedstrijd
hun wielerlogé natuurlijk nauwlettend in
de gaten. De prijzen werden toen in gul
dens en daalders en knaken uitbetaald.
Hoog waren ze niet. Premies zoals taar
ten, worsten, paling, sokken, banden,
planten en schilderijtjes werden door de
plaatselijke middenstand beschikbaar ge
steld. Als een renner een goeie dag had
ging hij soms met drie taarten naar huis.
De leidersprijs, voor degene die de fi
nishstreep de meeste keren als eerste pas
seerde, was meestal een horloge.
Een topcoureur had aan het einde van het
seizoen plus minus zeven en twintig
"klokkies".
Dus moest er ook verhandeld worden.
Co Zat