DE POSTBODE VAN TOEN WAS MEER
DAN BRIEVEN- EN KAARTBEZORGER
De postbode in de vijftig- en zestiger jaren was gekleed in
een prachtig lakens pak met rode biezen en koperen kno
pen, een pet met gladde klep en insigne PTT. (Post,
Telegraaf, Telefoon). Dat was toen nog een staatsbedrijf;
bijgenaamd "Tante Pos".
De vroegere postbode Co Zut vertelt...
Werd je aangenomen bij sollicitatie, dan
kreeg je de "titel" van hulppost. Deed je
het werk naar behoren dan werd je bevor
derd tot bode in vaste dienst. Er moest
dan ook de eed worden afgelegd. Want je
mocht niet de tekst bestuderen van de
briefkaart die bijvoorbeeld gericht was
aan Klaas en Bets. Als het "pokkenweer"
Postbode Arie Zut, va- was, dan had de postbode een cape om.
der van de schrijver van Een gigantische grote mantel, waar de
dit artikel was ook post- halve regenbui in kroop en loodzwaar
bode werd.
Onze polder was toch wel flink. Tussen
de "Pijpjes" aan het eind van de
Middenweg in de Noord en het gemaal,
(nu het Poldermuseum), was een beren
stuk. Het postbode-team bestond uit 5 a 6
personen. Het vervoermiddel was de
fiets.
Sommige oud Heerhugowaarders kunnen
zich postbode Piet de Vet nog wel voor
de geest halen. Piet had door de jaren
heen z'n fiets duizenden malen tegen de
muren van huizen gezet, zodat in de
bocht van het stuur door slijtage een gat
ontstaan was.
Je kon ook met je fiets aan de verkeerde
kant van de Westerweg fietsen, om daar
ook te bezorgen bij de percelen, die nu
allemaal gesloopt zijn om ruimte te ma
ken voor het grote industrieterrein dat
daar "uit de grond" is gestampt. Er kwam
af en toe een auto, maar je mocht je niet
op deze weg per rijwiel verplaatsen. Als
de mijnheer van de rijkspolitie daar toe
vallig reed stak hij lachend zijn hand op.
Dat ging toen zo. Je moet er niet aan den
ken om in de tegenwoordige tijd op de
N242 te fietsen. Er waren ook dagen, dat
ik o.a. op de Berkmeerdijk bezorgen
moest. Ik had het uitzicht op de molen en
tot mijn schrik zag ik een man aan de
draaiende wiek gebonden. Ik had op dat
moment nog niet de Italiaanse filmploeg
waargenomen
Je ontving in je loonzakje ook maande
lijks tien gulden voor fietsvergoeding.
Dat was lang niet overbodig. Er waren
onverharde wegen zoals de Eerste Kil, en
de Tweede, Derde en Vierde Kil. De
Tweede Kil was b.v. naast bakker Jos
Rood en liep helemaal door tot de spoor
lijn naar Hoom. Hier en daar stond een
huisje, die ook allemaal gesloopt zijn
voor de nieuwbouw.
De onverharde paden hadden diepe kui-
Tekst en beeld: Co Zut