blikje of een halve "korte turf', en hele
maal luxe als het een gummibal was). De
spelletjes die ze toen speelden waren
touwtje springen, hoepelen, knikkeren,
paardje rijden, tollen.
De mensen in die tijd waren arm, hadden
grote gezinnen en de kinderen moesten
zo gauw ze konden meehelpen. Tijd voor
nablijven hadden ze niet. Voortgezet on
derwijs was voor velen niet weggelegd.
Er zullen veel kinderen geweest zijn die
de zesde klas niet eens gehaald hebben.
Ook was daar het "landbouwverlof', veel
leerlingen uit de hoogste klas mochten in
het zomerseizoen 2 weken thuis blijven
om te helpen op het bedrijf van de ou
ders.
Kroontjespen en inktlap
De lessen in die tijd, waren rekenen, taal,
aardrijkskunde, geschiedenis en lezen.
Verder was er wekelijks de catechismus,
die je letterlijk uitje hoofd moest kennen.
Ook ging je met de klas te biechten in de
kerk. Je mocht kiezen, of naar de pastoor
of naar de kapelaan. Vaak ging je naar de
kapelaan, die gaf je een lichtere "peniten
tie" voor al je zonden. Zonden? Ja, wie
kent zijn rijtje zonden niet? Koekje, of
snoepje gepikt, uit de suikerpot gesnoept,
mijn broertje gepest, mijn vader een grote
mond gegeven. Het was soms moeilijk
om een paar goede zonden te bedenken.
Het schrijven gebeurde met de kroontjes
pen. Tot ver in de jaren '60 is daarmee
geschreven. Velen zullen zich de vlekken
nog herinneren, of de blauwe lippen om
dat je de pen nat moest maken. Meestal
mocht je een eigen inktlap meenemen.
Van allemaal mooie stoljes met een
knoop in het midden. De bankjes waar je
in zat hadden een richel voor je pen en
een inktpotje met een schuiije. Menig
vlecht zal daarin gedoopt zijn.
Voor de oorlog was de overgang van de
ene naar de andere klas in mei. Was je op
een ongelukkig tijdstip jarig, mocht je in
de zesde nog een jaar naar school.
De grote vakantie was in augustus. Met
de rapportage naar de ouders toe, was
men in die tijd vlot klaar. Pas in de loop
van de jaren '50 kwam er wat uitbreiding
in de rapporten.
De oorlogstijd zelf is voor de meeste kin
deren vrijwel onopgemerkt voorbij ge
gaan. Er werd hier niet echt honger gele
den. Er moesten wel, als het licht aan
ging, verduisteringsgordijnen dicht. Men
mocht geen vaderlands- of vrijheidslie
vende liederen zingen. In de vijfde en
zesde klas moesten de kinderen Duits le
ren. De school heeft zelfs nog een korte
tijd Duitsers gehuis
vest.
De gevel van de
school zag er in die
tijd wat somber uit. Er
stond een zandstenen
beeld van "het
Goddelijk Kind" in de
nis boven de ingang,
dat gaf een vriendelijk
accent in de vrij stren
ge gevel.
Voor de school was
een sloot met drie
houten bruggen. Via
de middelste brug
ging je door de voor
deur naar binnen. De
De school voor de oor
log met op de voor
grond het zusterhuis en
aan de andere kant de
gymzaal