den gesjouwd. Men kan zich voorstellen
dat de boeren in de praktijk geleidelijk tot
een werkbare afmeting van akkers en wei
landen zijn gekomen.. Wat de breedte van
de percelen betreft was die van het 'losse
land' ongeveer 20 tot 25 meter. Als men
de bovengenoemde 'oude' verkaveling op
luchtfoto's bekijkt, valt ook op dat de af
metingen en totale grootte en vorm van de
akkers niet veel van elkaar verschillen.
Maar hoe het ook zij, herverkaveling en
moderne ontsluiting werden reeds voor de
oorlog algemeen gezien als een noodzake
lijke ingreep in het ouderwetse verkave
lingpatroon. Misschien mag men zeggen:
sinds het tot stand komen van de polder
Beemster in de 17e eeuw wist iedereen
welke kant het op moest.
De herverkaveling
In 1940 werd in West-Friesland de eerste
stap gezet, de Zsp moest op de schop. Wat
waren de plannen? De volgende: het riet
land, vaar- en viswater moesten plaats ma
ken voor moderne kavels en twee ontslui
tingswegen. De uitvoering van de plan
nen, het echte werk dus, moest groten
deels met de hand gebeuren: met schop,
planken, kruiwagen en soms de kiepkar.
De laatste was een ijzeren lorrie op vier
wielen met daarop een kiepbak. Met deze
lorries werd over 'smalspoor' gereden om
elders grond te laden of te lossen. Van
draglines, shovels of kranen was toen nog
geen sprake. Er waren vrijwel geen moto
ren voorhanden om energie te leveren
voor het zware werk.Men was aangewe
zen op menselijke spierkracht (soms ook
van paarden) om het einddoel te bereiken.
Dat doel was de eerste herverkaveling in
West-Friesland tot een goed einde te bren
gen. En dat doel werd bereikt. In 1943
werden de eerste nieuwe kavels in gebruik
genomen door de tuinders. Mochten er in
het begin nog wel eens paarden wegzak
ken op al te venige plekken, de tuinders
waren dik tevreden over het 'nieuwe' land
en om het feit dat ze vlet en kloet konden
verruilen voor paard en kar. De 'eilandjes'
en 'polderdammen' waren verdwenen, veel
'wilde natuur' verleden tijd. De kleine pol
der van ongeveer 40 hectare had nu een
modern aanzicht gekregen. Op de foto van
de bollenplanters is een stuk land te zien
waar jaren eerder misschien nog riet
groeide. Rechts op de foto ziet men in de
verte het viaduct annex de brug die eind
1949 de plaats had ingenomen van de ou
de Lange Balk. Deze was vóór die tijd de
eenvoudige loopbrug die sinds de 17e
eeuw de verbinding vormde tussen de
Wipmolen van de banne
Ztiid-Scharwonde aan de
westelijke oever van de
ringvaart van de polder
Heerhugowaard. Links
het woonhuis van Jan
Moejes, molenaar en vis
serman. Op de achter
grond de R.K. kerk en de
voormalige gasfabriek
van Noord-Scharwoude.
De molen is in 1934
door brand verloren ge
gaan