DIEUWERTJE DIRKS, EEN "RIJKE" BOERENDOCHTER Hollanders hebben nogal eens de naam echte boek houders en cententellers te zijn. Of dat terecht is la ten we maar in het midden maar een feit is wel dat we door de eeuwen heen goed op ons geld pasten en alles tot de laatste cent wilden verantwoorden. Hoewel het in dit artikel niet gaat om een Heerhugo- waardse boerderij geeft het toch een aardig beeld van de exploitatie van een Noord-Hollands boerenbe drijf in de achttiende eeuw In het Oud Rechterlijk Archief van Medemblik bevindt zich een rekening be treffende de exploitatie van een boerderij gedurende één jaar, lopende van maart 1753 tot maart 1754. Het gaat hier om de boerderij van de over leden Dirk Bentsz Vroom en Grietje IJsbrands uit Opperdoes die een minderja rige dochter, Dieuwertje, nalaten. Er wer den voogden benoemd die met grote nauwkeurigheid de rekening bijhielden van de boerderij tot de uiteindelijk ver koop een jaar later Deze rekening geeft een aardig inzicht in de exploitatie van de boerderij; de inkopen en verkopen, productie, inventaris en be lastingen. De jaaromzet op de boerderij bedroeg 1358,- gulden. Nu heeft vergelij ken van prijzen met ons hedendaagse geldstelsel weinig zin maar het geeft wel inzicht in de onderlinge verhoudingen. Als voorbeeld; een goede koe is in die tijd een grote investering. In deze rekening komen ze op zo'n 90 gulden per stuk. Voor die prijs kon je maar liefst vier vette varkens kopen of tien schapen. Een ander voor beeld; het huis met boomgaard bracht een jaar later "slechts" 321,- gulden op. Omgerekend dus de waarde van drieën eenhalve koe. Melk, boter en kaas Een koe was dus duur maar kon ook heel wat opbrengen aan melk, boter, kaas en vlees. Met een veestapel van veertien koeien leverde dat in totaal 736 kazen op van gemiddeld acht pond. Dan was er nog de productie van het echte "Noord-Hollandsche kopje Boter", totaal zo'n 80 kop* wat overeenkomt met onge veer 40 kg. Een rekensommetje leert dat de zuivel bijna 50% van de omzet uit maakte. Een tweede belangrijke inkomstenbron was de handel in (jong)vee als kalveren, schapen en varkens die goed was voor 30% van de omzet. De rest van de inkomsten bestond uit de verkoop van hooi en overig gewas, hui den, wol en wat huuropbrengsten. En ten slotte, want alles werd verantwoord, de verkoop van een set pannen voor de som ma van 8 cent. Twee stoelen in de kerk De uiteindelijke hoogte van de uitgaven geeft een wat vertekend beeld. Door het overlijden van de eigenaar zijn er vanzelf sprekend extra kosten gemaakt voor de begrafenis- en voogdij voor de minderjari ge dochter Dieuwertje. Ook de uiteindelij ke verkoop van de boerderij een jaar later bracht de nodige kosten met zich mee. Toch geeft de rekening een aardig inzicht in een bedrijf als deze Noord-Hollandse boerderij halverwege de 18e eeuw. Waaraan werd het geld zoal uitgegeven? Allereerst waren daar natuurlijk de nor male huishoudelijke uitgaven. In dit geval hadden ze blijkbaar een vaste winkelier waarmee maandelijks werd afgerekend. Vlees werd twee keer per jaar gekocht, 47 pond in april en "een achtste"van een koe in november. Er waren de kosten voor het vee als voer en stro, de brandstof, 7 ton turf en nog wat kleine uitgaven waaronder twee stoelen in de kerk voor 2 gulden Hooien en stekelnijpen Op de boerderij werkten twee vaste krach ten, Grietje de meid en Joost als knecht te gen een jaarsalaris van ongeveer zestig gulden plus vrije kost en inwoning. Zij zorgden voor de huishouding en de dage lijkse werkzaamheden. Voor seizoenarbeid werden vaak losse werkkrachten inge- Tekst en beeld; Rob Estoppey Een kop was een ge wichtseenheid die, af hankelijk van de stad of streek ligt tussen de 500 en 600 gram

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Overhaal: historisch magazine Heerhugowaard | 2007 | | pagina 45