KOEKHAPPEN
Wat is daar nu zo leuk aan?
In 1960 stopte de heer P. Hofman op 70-jarige leeftijd
met zijn koekhaktent op de Noord-Hollandse kermissen.
In 1917 begon hij ermee en na 43 jaar legde hij het bijl
tje er bij neer.
Het koekhakken was een kermisattractie
die nu niet meer voorkomt. Eigenlijk is
dat jammer want het was een leuk kermis-
gebeuren en ook heel eenvoudig. Het was
een kleine tent met twee of drie hakblok
ken, een aantal bijltjes van klein formaat
in twee maten en verder nog een paar
hakmessen. Hiervan was het snijvlak dus
een stuk breder.
Hoe werkte dat nu? De koeken die je
moest hakken hadden een bepaalde maat.
Met de kleinste bijltjes kon je met zeven
maal hakken de koek in de lengte door
midden krijgen en met de iets grotere bijl
tjes ging dat in vier keer. Lukte dat niet
dan ging dat soms in vele keren meer.
"Wat is daar nu zo leuk aan"? hoor ik u
vragen. Wel je deed dat niet alleen, je
maakte er een wedstrijdje van met twee of
meerdere personen. Diegene die de mees
te keren moest hakken om de koek door
midden te krijgen moest de koek betalen.
En smokkelen door even je bijltje heen en
weer te halen om zodoende de koek die
bijna los was kapot te krijgen, dat ging
niet want de heer P. Hofman was een eer
lijke en secure scheidsrechter.
Met het hakmes kon je die koek in één
keer doormidden hakken en u raadt het al,
dat lukte bijna nooit en dan was het goed
mis en ging het meestal in drie of vele
malen meer. De koek die hiervoor ge
bruikt werd was ook iets dikker.
Grote plakken koek zaten bij Hofman in
kisten die ook in de tent stonden. Hij
sneed ze zelf op maat en de restanten
daarvan kwamen bij de koekmolen te lig
gen. Dat was een wijzer die de kinderen
een zet moesten geven en daar waar de
punt naartoe wees had je dan gewonnen.
Zodoende was er voor de kleintjes die
P. Hofman (70) legt
het bijltje er bij neer
Tekst en beeld: Cees Modder
ALKMAAR. Er is een ïijd erin
komen en er is een tijd van gaan.
Zo denkt ook de heer P. Hofman
er. overdie ruim 43 jaar lang met
zijn koekhafcfent de kermissen in
Noord-Holland heeft bezoekt. Hoe-
velen zullen niet met zijn bijltjes
op de koek hebben statin slaan?
Ze zijn ontelbaar.
In 1917 begon de thans 70-jarige
oud-t-ypograaf zijn kermisbedrijfje
te exploiteren. Hij kan er node af
scheid van nemen. De exploitatie
van een koekhaktent vraagt n.I.
twee man en een toegewijde as
sistent is niet meer ie krijgen, in
de nachtelijke uren keerde hij op
zijn fiets van de kermissen, of ze
nu in Apenhorn of in Berkhout
werden gehouden, naar Alkmaar
terug. De toename van het verkeer
heeft hem echter bang gemaakt op
de weg.
In Alkmaar was de heer Hofman
een bekende figuur op de kernlis.
Toen hij voor de dertigste maal op
de Nieuwesloot stond kwam burge
meester Wytema hem persoonlijk
hiermede complimenteren. In 1959
vierde hij da ar zijn 40-jarig jubi
leum..
In 1917 stonden er op de Alk-
maarse kermis maar liefst dertien
koekhaktenten. Successievelijk zijn
ze allemaal verdwenen. In andere
provincies kent men het koekhak
ken met een bijltje niet, zodat de
heer Hofman zicli een historische
figuur mocht noemen. Hij legt er
nu echter het bijltje bij neet' en
gaat intn Zijn oude dag genieten.
Öp de Berpaghihig fktr-
ir.iss'.'jndpianti;v zai tie heer Hof
man dit jaar daar voor het eerst sinds
1917 mankeren. De haktent is te
koop, maar gegadigden zijn er nog
niet uoor komen opdagen.