34.
De pot
Zonder ons ervan bewust te zijn dat knik
keren al zo oud is als de weg naar Rome
en dat zelfs de oude Egyptenaren het spel
kenden, tekenden we met een takje de
pot, een vierkant van 30 bij 30 cm, in de
klei van het onverharde pad, hoogst
waarschijnlijk vanuit de op een terp lig
gende stolpboerderij gadegeslagen door
de gebroeders Dirk en Kees Tromp, de
laatste bewoners van de eeuwenoude
hoeve die, zo het zich laat aanzien, het
nieuwste renovatieplan van dit stukje
Middenweg niet zal overleven. Dan ver
dwijnt met deze stolp, die, zoals histori
cus Henk Komen het treffend zegt, het
hart van de Waard markeert, de laatste
herinnering aan de gebroeders die door
de dorpsgenoten heel geestig 'de leerlin
gen van Emmaüs' werden genoemd.
De kogel
Terug naar het knikkerspel, waaraan veel
al met een man of vier, vijf werd deelge
nomen. Ieder zette drie knikkers in en
speelde met een zogenaamde stalen kogel
met een diameter van zo rond de 2 cm.
Gestart werd vanaf een met de klomp ge
trokken lijn die de meet werd genoemd.
De volgorde van beginnen werd vaak be
paald door de uitroepen 'irst, tweed, derd,
vierd, etc.'. Het kon ook door de eerste
gooi, waarbij de volgorde van deelname
werd bepaald door de afstand van de ko
gel tot de pot. Wie het dichtst bij de pot
gooide, mocht als eerste starten.
Executie
Wie met zijn kogel een of meer knikkers
uit de pot rolde, mocht die knikkers hou
den en had daarnaast het recht een ander
te 'doden' door met zijn kogel de 'vijande
lijke' kogel te raken en daardoor uit te
schakelen. Dat laatste gebeurde vaak met
een precisie waar de huidige jeu-de-bou-
lesspelers jaloers op zouden kunnen zijn.
Gooide je raak, dan was er mooi een ge
gadigde minder. De tactiek school in de
handigheid om knikkers uit de pot te rol
len en er tegelijkertijd voor te zorgen dat
je kogel niet al te dicht bij die van je te
genstanders kwam om een dreigende exe
cutie te voorkomen. Zolang je succes had
(met knikkers verzamelen of een ander
uit te schakelen), bleef je aan de beurt.
Het spel eindigde, als alle knikkers uit de
pot waren gerold of als alle tegenstan
ders door getroffen kogels waren uitge
schakeld. Een knikker uit de pot pikken
in plaats van rollen was een gevaarlijke
bezigheid. Dan schoot vaak de knikker
wel uit de pot, maar de kogel bleef soms
plompverloren binnen de lijnen liggen en
dan spraken we van 'de dood in de pot'.
Je was uitgeschakeld en dan gold wat er
in het bijbelboek Koningen (2 Kon. 4:40)
staat waar ook over 'de dood in de pot'
gesproken wordt: 'alle leven, alle handel,
alle opgewektheid is verdwenen!'
De spelregels
Je moest op je qui vive blijven, want de
geldigheid van een bepaalde spelregel
werd bepaald door hem die de tegen
woordigheid van geest had die regel als
eerste te noemen.. Kwam je kogel bij
voorbeeld in het gras en iemand riep
'verbied', dan moest je de kogel op die
plek geheel ontgrassen, zodat hij, kaal
liggend, een beter doelwit zou worden
om uitgeschakeld te kunnen worden. Je
kon zo'n situatie voorkomen door eerder
'geen verbied' te roepen. Hetzelfde sys
teem gold ook voor de situatie, als je, na
een of meer knikkers uit de pot gerold te
hebben, in dezelfde gooi de kogel van
een tegenstander raakte. Als je als ge
troffene dan snel zei 'dubbel schot ver-
doem(=overdoen)dan gold de worp
niet en moest de betrokken speler op
nieuw gooien. Kwam een kogel per on
geluk tegen een voet en je zei dan snel
'keert e veert', dan mocht je de kogel een
extra zet geven om hem uit de gevaren
zone te halen. En de uitroep 'schaar een
aar, weg een aar' klonk, als iemand een
aarden knikker kapot stootte en daardoor
verplicht werd de geschonden knikker
door een gave te vervangen.
Het laat zich raden dat de vraag wie als
eerste een voorwaarde noemde, een bron
van luidruchtige discussie werd die op
tientallen meters verder te volgen was en
soms ook het aantal deelnemers uitdun
de. Maar de wetenschap datje oneerlijk
heden moest melden in je tweewekelijk
se biecht in de kerk die op je toekeek,
hield ons bepaald toch op het rechte
(knikker)pad.