DE BREG VAN ARÏS WIT
Een brug die er niet was, er toch kwam en daarna
in rook opging
Aris Wit boerde van 1859 tot 1 mei 1909 op de boerderij
aan de Obdammerdijk 11. Zijn zwager woonde een boer
derij verder en was in het bezit van een pontje. Dat was de
enige mogelijkheid om aan de overkant van de ringsloot te
komen want daar stond de wagenschuur van Aris Wit,
aan de Oostdijk van Heerhugowaard.
Op zeker moment raakten de zwagers met
elkaar in onmin en mocht Aris geen ge
bruik meer maken van het pontje van zijn
zwager. De omweg over de brug bij schip
per Wester was natuurlijk ook vervelend
en dus opperde Aris Wit het voorstel bij
het polderbestuur om bij hem ook maar
een brug te slaan. Toen dat geen gewillig
oor kreeg besloot hij er een voor eigen re
kening te laten maken met als gevolg dat
de brug precies voor het eigen rijpad
kwam te liggen.
Aanvankelijk schijnt er ook nog tol voor
het gebruik van de brug te zijn geheven.
Zijn zwager mocht er niet over. Na ver
loop van tijd is de tol opgeheven en zijn
de andere beperkende bepalingen ook
komen te vervallen. De brug is tot in de
oorlog altijd een verbinding geweest tus
sen de Oostdijk en de Obdammerdijk. Op
last van de Duitse bezetters moest de brug
worden afgebroken, zo niet dan zou hij
worden opgeblazen. De brug werd zover
afgebroken dat de Duitsers het niet nodig
vonden verdere maatregelen te nemen. De
brugdelen werden ergens in het dorp op
geslagen maar na de oorlog niet meer te
rug gevonden. Ze waren in de hongerwin
ter als brandstof gebruikt, dus in rook op
gegaan.
Tekst en beeld: Gerard Blauw
De brug van de
Obdammerdijk naar de
Oostdijk omstreeks
1930