52.
boer Henk Rood. Op hetzelfde toegangs
pad kwam je bij het huis van Keessie. Hij
woonde daar met zijn zus Jansie. Ik liep
er heen en ging poolshoogte nemen. Ik
voelde dat de achterdeur los was, maar al
les was donker. "Volluk", geen gehoor.
Op de keukentafel zag ik bij het maan
licht dat er een bordje brood op tafel
stond. Er was dus wel op een eter gere
kend. Door het duistere gangetje belandde
ik voorin de gang bij de trap. Ik riep naar
boven: "Volluk". Alles bleef stil. "Jansie!"
Een Licht piepende deur was het ant
woord. Er verscheen een lange witte
nachtjapon boven aan de trap en er ont
spon zich het volgende gesprek. "Jansie,
we komen Kees thuis brengen". Jansie
"Oh, maar hij kan zo niet naar boven, hij
zit onder de prut, want hij is in de sloot
gevallen." Langzaam strompelde ze de
trap af en ze zei op z'n Westfries "Wat
'n stoute joon en hai had nag wel z'n sun-
dusse pak an." "Jansie, hij moet eerst on
der de douche." "Maar ik hew gien dou
che, dus maidje, dat ken niet." "Nou
Jansie, dan zullen we een oplossing pro
beren te zoeke. 't Ken niet aars, nou, dag
hoor." De witte tandeloze gedaante ver
dween weer naar boven en daar stond ik.
Buiten gekomen keek ik eens rond bij
welk huis er nog licht brandde. Gelukkig
schuin aan de overkant bij de familie
Schilder-Voskuil. Terwijl Keessie nog
steeds achterin de stationcar lag te bibbe
ren, belden we aan en legden de situatie
uit. Ja hoor, ze hadden een douche en hij
mocht naar binnen. We kwamen op het
idee om de wijkzuster Corrie Bakker te
bellen voor een wasbeurt. En midden in
de nacht, binnen heel korte tijd, was ze er
al. Hulde! Er werden lakens op de traplo
per gelegd en drijfnatte Keessie werd de
trap opgehesen. Hij hield steeds z'n hand
stevig op z'n binnenzak, waar z'n porte
feuille zat na een bezoek van die dag aan
de draverij in Alkmaar. Hij heeft geen
nadelige gevolgen overgehouden aan zijn
slootavontuur en enkele dagen later kreeg
mevrouw Willy Schilder een stukje met
worst als dank!
Enkele jaren stond er later een advertentie
in de krant: "Allen die iets te vorderen
hebben van wijlen de heer Kees K. enz.
enz." De rekening van de stomerij had ik
niet meer!
Mijn rit naar huis was wel wat later ge
worden, maar verliep niet zoals ik had ge
dacht. Rijdend op de Jan Glijnisweg, hoek
Oterlekerweg, zag ik in het donker 'n auto
in de sloot staan; de koplampen brandden
nog. Ik stapte uit om te kijken of er hulp
nodig was. Al gauw kwamen er buren
naar buiten en riepen: "Rai
maar deur, hoor. Hai is 'r al uit". Ik reed
de Oterlekerweg in en in het licht van
mijn lampen zag ik de "chauffeur" in z'n
pyjama me onvast slingerend tegemoet lo
pen. Die had z'n natte kleren verwisseld
en ging eens kijken waar z'n auto geble
ven was.. Dat was het tweede natte pak
die avond! Ik zelf reed die nacht gelukkig
droog de garage in en de volgende dag
was er weer een modepresentatie, want
ook die show "must go on"!
Nu, 50 jaar later, speelt het water nog al
tijd een grote rol in het leven van de pol
derbewoners. Ook de kinderen van nu
hebben niet zo veel nodig om in het water
gelukkig te zijn. De blauwe reigers staan
nog steeds geduldig aan de slootkant op
kikkers te loeren. Helaas vraagt de sloot
vlakbij 't huis toch nog slachtoffertjes en
de blauwalg kan 't plezier bederven.
Vermaak en verdriet zijn er nog steeds
rond de inmiddels ontstane grachten, vij
vers en ruime waterplassen. Water is van
levensbelang en het juiste beheer ervan
probeert de polderbewoners meer lief dan
leed te bezorgen.