47. hardschaatsen tot de spoorbrug bij de boerderij van Weel en natuurlijk ook met ijshockey, althans met iets dat er op lijkt. Er zijn soms gevaarlijke scheuren in het ijs, dat krimpt bij felle vorst en daarbij een krakend geluid laat horen. Je moet ook oppassen op rietstengels die door de riet scheerders zijn achtergelaten. Je kunt er vervelend over vallen.Maar hoe helder klinken de streken van de schaatsers op de echoënde ijsvloer! En het riet, wat buigt het lenig mee met de windvlagen, die het willen neerslaan! Hier en daar drommen wat schaatsers bij een voor een praatje, hun adem is zicht baar in de koude vrieslucht.De meisjes hebben meest eigen gebreide truien van schapenwol aan en staan vaak ook in groepjes te praten tot er een jongen komt om iemand voor een baantje te vragen. Ze hebben natuurlijk al wat uitgekeken of hun vriendje ook op het ijs is. De anders zo streng in acht genomen regels van de standenmaatschappij vallen bij de ijspret grotendeels weg: ieder schaatst met ieder een, ongeacht rang of stand. Er blijft maar één criterium over: de goede schaatsers vragen bij voorkeur een schaatser van het zelfde niveau. Een van de meest spannende figuren op het ijs is het omspringen. Dan schaatst het meisje of de jongen beurtelings achteruit en vooruit. De achteruitrijdende partij springt bij de wisseling op het andere been en wordt vooruitrijdend en omgekeerd. Het kost veel kracht in de armen en als het goed gaat kan het paar een grote snel heid ontwikkelen. Op de ijsbaan kan dit niet; de achterwaarts rijdende partij ziet geen omstanders en zou met zijn of haar schaats iemand kunnen verwonden. Een variant op deze figuur is het dubbel om springen: er is dan een constant vooruitrij- dende partij en een constant achteruit rij dende partij; bij het wisselen worden twee sprongen gemaakt.De molensloot in Hensbroek, die haaks op de ringvaart staat, leent zich goed voor deze sport. Hiervoor moetje wel een getrainde rond- rijder zijn! De scholen zijn door kolengebrek nu voor langere tijd gesloten. Daardoor staan we vele dagen op het ijs. Maar vandaag niet op het baantje op de Draai. We hebben de vorige avond besloten, -nu we toch goed getraind zijn -, een wat langere tocht te maken. De oudere generatie vertelt al ja ren over de tocht naar Marken. In de win ter van 1870 of van 1929, ja dat waren nog eens winters! Hadden ze zo'n tocht gemaakt! Wij zouden zo'n tocht ook wel eens willen proberen. Het eerste doel is Edam en dan over de Gouwzee naar Marken. Je moet dan het "buitenwater"op als je de ringvaarten van de andere Noord-Hollandse polders gepasseerd bent. Van de Waard gaat het via Ursem, Avenhorn, de Rijp en Graft naar de Purmer- en Wormer ringvaart, 's Morgens richting zuidoost. Meest voor de wind en 's middags richting noordwest en meest tegenwind. Het is een barre tocht en ei genlijk zijn we als veertien en vijftienjari gen er nog veel te jong voor. We hebben natuurlijk aan onze ouders niets van onze plannen verteld; ze zouden zeker daarvoor geen toestemming gegeven hebben, 's Morgens vroeg staan we al op het ijs en met een: "We gaan een tochtje maken", vertrekken we vanuit de sloot van Frans Krom, dan de Oostertochtsloot op en daarna over de dijk naar de ringvaarten, die meest begroeid zijn met brede riet schoten. We hebben een stok mee om el- IJspret is van alle tij den. Op deze foto de ringvaart aan de Oostdijk bij de Draai met de koek- en zopie- tent van Sneekes. Winter 1916-1917 töaa/Ld, WinMyv

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Overhaal: historisch magazine Heerhugowaard | 2006 | | pagina 49