m veilig gesteld. Daarover zijn toen duidelij ke afspraken gemaakt die niet zomaar ge- De Noordscharwouder- negeerd kunnen worden. polder zoals het vroeger was Onvoldoende of gebrekkig onderhoud of beheer van het Schoutenbosje zouden het gevolg kunnen zijn van het feit dat er bij degenen die dit werk moeten uitvoeren weinig kennis of belangstelling bestaat over het ontstaan en de geschiedenis van dit bosje. Intussen mag dit niet als excuus gelden wanneer blijkt dat men in later tijd onzorgvuldig is geweest in het nakomen van de bovengenoemde afspraken over het behoud van deze historisch belangrijke bosschage. Die afspraken dienen er im mers toe een duurzaam behoud van dit historisch belangrijke bosje mogelijk te maken. Alton II Sinds de eerdergenoemde verkaveling ligt het Schoutenbosje bij de T-kruising aan het noordelijke einde van de Noord-schar- wouderpolderweg. Aanvankelijk was het meeste land om het bosje nog niet be bouwd met huizen en kassen. Later (vanaf circa 1978) hebben zich hier, in dit zoge heten Alton Il-gebied, een aantal rozen- kwekers uit onder meer Amsterdam- Sloten, gevestigd. Op dit moment zijn in Alton II vrijwel alle bouwpercelen door glastuinders in gebruik genomen. De rokende pijpen van de verwarming en van de stroomvoorzieningen ten behoeve van de assimilatie-verlichting, geven volop blijk van hun aanwezigheid, zowel bij dag als bij nacht. Dit alles betekent dat het 'beroemde' Schoutenbosje onderhand geheel en al is omringd door glasopstanden zodat de 'historische ligging' van het bosje niet meer bestaat. Het Schoutenbosje is maar klein: nauwelijks 80 meter lang en hoog stens 15 tot 20 meter breed (zie ook de foto's bij dit artikel). Als je in de 5Oer ja ren het bosje in zou zijn gelopen, zou je een grote kans hebben gemaakt op een paar natte sokken. Want de grond was er zeer weinig draagkrachtig vanwege de moerassige bodem. De bomen die er stonden waren elzen en wilgen en die soorten staan er nu nog. Eind mei 2006 bleek mij dat het aantal boomsoorten sterk was toegenomen. Nu treft men in het bosje bovendien de vol gende soorten aan: esdoorn, berk, es, mei doorn, Canadese populier, veldiep, lijster bes en vlier. Er wordt gezegd dat op deze plek ooit dieren begraven werden. Vooral koeien die als gevolg van de veepest, die in de 18e eeuw alom heerste, gestorven waren. Het is echter ook aannemelijk dat het van oorsprong gewoon een moeras bosje is, dat wil zeggen een kleine groep bomen die zich op natte grond, als op de ze kletsnatte veenbodem, thuis voelen. Ook de weidegrond in de omgeving was veenachtig. In de greppels kwamen hier en daar echte moerasplanten voor, zoals pitrus, zegge en kale jonker. Het grasland kwam er nauwelijks boven het gewone polderpeil uit en bleef in het voorjaar lang koud. De gebruikers probeerden daaraan iets te doen door een soort 'eigen bema ling' via diverse slootjes en greppels op eigen land, te realiseren. Dit gebeurde met behulp van een polder molentje voorzien van vier wieken en ge heel gebouwd van verzinkt staal. Het hier boven beschreven land werd vele jaren ge bruikt voor de rundveehouderijNa de verkaveling kon dit land evenwel ook voor tuinbouw (groente- en bloembollen teelt) worden benut en, zoals gezegd, werd het later ook in gebruik genomen voor kascultures.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Overhaal: historisch magazine Heerhugowaard | 2006 | | pagina 45