32.
hard nodig want het polderbestuur was
toen zeer slecht bij kas. Het was politiek
en economisch gezien, een zeer 'slechte
tijd' door onder meer de tijdelijke bezet
ting door Franse troepen, de veepest, in
gezakte bedrijvigheid in handel en indus
trie en dus ook de export.
Intussen maakte Pieter Raat zijn nieuwe
inzichten en hulpmiddelen ten behoeve
van de waterbeheersing aanschouwelijk
met behulp van kleine modellen van pol
dermolens, al of niet voorzien van schep
raderen of vijzels. Mede hierdoor vond hij
op den duur gehoor bij collega's elders
maar ook, wat belangrijker was, bij de he
ren in het polderbestuur. Dit leidde er toe
dat Pieter Raat de molens in de Waard ge
leidelijk mocht gaan vervijzelen en in
aantal terug brengen. Deze ingreep had
tot gevolg dat er van de 34 poldermolens
25 overbleven. Voortaan zou één molen
gemiddeld een oppervlakte bemalen van
150 morgen*, 40 meer dan vroeger.
Voorts kreeg men van de gesloopte mo
lens goedkoop hout ter beschikking voor
het onderhoud van de resterende molens:
een extra kostenbesparing!
Zilveren tabaksdoos
Geen wonder dat de heren van het polder
bestuur veel waardering hadden voor de
verdiensten van hun polderbaas. Men het
dit blijken door hem een zilveren tabaks
doos te schenken alsmede een eervolle
vermelding in de annalen van de polder.
Pieter Raat had door zijn optreden voor
de polder veel geld uitgespaard, niet al
leen door bepaalde vernieuwingen door te
voeren, maar ook door zogenaamde nieu
wigheden die elders furore leken te ma
ken naar waarde te schatten en riskante
investeringen te ontraden aan zijn bestuur.
Een mooi voorbeeld daarvan is zijn ver
nietigend oordeel over de veel besproken
'liggende schepraderen' die hij had be
zichtigd tijdens zijn dienstreis-te-voet
naar Zuid-Holland in maart 1817. Hij het
het bestuur het volgende weten: "Nooit
had ik mij zoo een werking voorgesteld,
een onbevooroordeeld werktuigkundige
moet dadelijk zoodanig een werking ver
foeien!"
Johan Schilstra heeft de prestaties van
Pieter Raat als volgt samengevat:
"Ruim 40 jaar heeft hij de polder gediend
en haar uit het diepste punt van armoede
en grote schulden gehaald naar een tijd
waarin de windbemaling nog goed func
tioneerde en dijken, wegen en bruggen en
al wat de polder nodig heeft, in redelijke
staat gebracht."
Pieter Raat stopte in 1845 met werken, 70
jaar oud. Hij overleed acht jaar later te
Alkmaar. In de tweede helft van de 19e
eeuw zou de wind als krachtbron geleide
lijk plaats maken voor stoom. Pieter Raat
had deze ontwikkeling reeds zien aanko
men. Ook ten tijde dat hij zijn oude dag
bereikte was immers de opmars van de
techniek in de 19e eeuw onmiskenbaar.
Heden overleed alhier in den vroegen morgentot
diepe droefheid van mij en die van mijne Kinderen en
zijnen Zoon uit vorigen echt, mijn dierbare Echtgenoot,
de Heer PIETER RAAT, in den ouderdom van 78 jaren.
Alkmaar, GRIETJE MET,
30 November 1853. Wed. P. llaat.
Eenige en algemeene kennisgeving.
Een morgen was een
streekgebonden opper-
vlaktemaat en kwam
overeen met gemiddeld
0,9 hectare.
Bronnen:
gegevens beschikbaar gesteld door:
Jaap Raat, Heiloo en Bart Slooten, Koedijk
Boeken:
Johan Schilstra: "De Heerhugowaard" (De ge
schiedenis van de Huygenwaert) 1981
Ir B W. Colenbrander e.a. "Molens in Noord
Holland" 1981