m
Meer en goedkoper produceren. Dit is het
credo van de overheid, met verve uitge
dragen door minister van landbouw Sicco
Mansholt. Het gebruik van
kunstmest neemt sterk toe. De
jaarlijkse melkproductie per
koe stijgt met sprongen, van
4.000 kg melk in 1940 en bo
ven de 5.000 kg in 1950 tot
6.000 kg in 1960. Deze lijn zet
zich door. In 1980 geeft een
koe gemiddeld bijna 7.000 kg.
Nu is dat rond de 9.000 kg.
Puik melkvee
Agrarisch Heerhugowaard bloeit op en
presenteert zich in 1963 en 1966 met een
grote tentoonstelling. Op het evenement
in 1966, als de verkaveling geheel is vol
tooid, showt de Veeteeltstudieclub
Heerhugowaard puik melkvee. Dit vee
behoort tot het beste van Noord-Holland.
Het bedrijf Van Graft presenteert zich met
Thijs 128 en Thijs 139, dochters van de
eigengefokte stier Thijs Adema 8.
Kees van Graft, die in
middels volop in het
bedrijf van vader werkt,
is op de tentoonstelling
'De Waard 66' actief
als begeleider en stal
knecht. Kees geeft in
1963 de aanzet voor de
oprichting van de
Veeteeltstudieclub en
wordt voorzitter.
Terug naar 1946. Na de lagere school
gaat Kees dat jaar naar de ULO in
Alkmaar, gevolgd door Middelbare
Landbouwschool. Na twee jaar neemt hij
op het ouderlijk bedrijf de plaats van
broer Jan in. Jan begint later in de
Beemster een veehouderijbedrijf.
Met vader Louw vormt Kees in 1956 een
soort maatschap. Een jaar later trouwt hij.
Het jonge stel betrekt de helft van de per-
soneelswoning. Als beginnend boer ont
wikkelt Kees zich verder door het volgen
van cursussen op allerlei terrein.
De bekroning op het vele werk van vader
Louw is de topprestatie van Thijs 94.
Deze koe bereikt in 1970 de mijpaal van
100.000 kilogram melk. Deze Thijs, van
het zuivere Fries-Hollandse veeras, komt
tot een totale levensproductie van
141.000 kg en is met dit resultaat jaren
lang de op één na meest productieve koe
van Nederland.
Thijs 94 voert in het jaarverslag 1974 van
fokvereniging Samenwerking de lijst van
hoge levensproducties over dat jaar aan.
Met vier koeien bij de eerste zeven is
Louw van Graft goed vertegenwoordigd
op deze ranglijst. Nummer 5 is Thijs 139,
6 Thijs 167 en 7 Thijs 166.
Over de mijlpaal in 1970 zegt Kees nu:
,,Ik zat toen net in de gemeenteraad en
Heerhugowaard beleefde haar eerste uit
breidingsgolf. Veel 'stadterskwamen hier
wonen en wisten niets van het boerenle
ven. Veel nieuwe inwoners hebben wij op
bezoek gehad op ons bedrijf. Daarmee
probeerden wij goodwill te kweken voor
de agrarische sector. Later kwam ook
veel groepen leerlingen bij ons."
Vader en zoon Van Graft breiden de vee
stapel verder uit. Met drie volledige ar
beidskrachten wordt in de jaren zeventig
jaarlijks 350.000 kg melk afgeleverd. De
oude veeschuren worden vervangen door
een zogeheten BIO-schuur, van 19 bij 10
meter. Na nieuwe veranderingen kunnen
in 1979 102 dieren op stal staan, waaron
der 71 melkkoeien.
Groot-Geestmerambacht
Ook Kees is maatschappelijk actief, net
als vader. Gedurende 26 jaar maakt hij
deel uit van het waterschapsbestuur. Eerst
van de polder Heerhugowaard en na de
concentratie in 1980 van het waterschap
Groot-Geestmerambacht. Voorts is hij
voorzitter van de HMvL-Heerhugowaard.
Als raadslid voor de PvdA bedankt hij na
vier jaar. Hij voelt zich niet thuis in de
gemeenteraad.
Kees deelt de liefde van vader Louw voor
de veefokkerij. Met voldoening blijft hij
verder werken aan de verbetering van de
veestapel met zuiver Hollands bloed door
Veel liefde had Louw
van Graft voor de fokke
rij, net als Kees. Vader
en zoon hebben zich al
tijd gericht op het zuiver
Hollandse veebeslag.
Deze stier (geboren in
1958) is Thijs Adema 8,
als 2,5-jarige. Het dier
is op het bedrijf geboren
als zoon van Thijs 33 en
Adema 2
Een mijlpaal in de ge
schiedenis van het vee
houderijbedrijf Thijs
Hoeve. Thijs 94 bereikt
de magische grens van
100.000 kilogram melk,
op 17 juni 1970. De 14
jaar oude koe krijgt
kort daarna een krans
omgehangen door
stamboekhouder Klaas
Reyne. Rechts Louw
van Graft.