ten drijven de veehandelaren hun grote
koppels opgekocht vee meestal los over
de wegen, ook over de Middenweg. Dit
gaat door tot het begin van de Tweede
Wereldoorlog.
Bekende veehandelaren in Heerhugo-
waard zijn voor koeien KI. Schoen en KI.
Kruyer, voor kalveren en schapen Jac.
Weel en Jac. Does, voor paarden KI.
Stammis (later Jn. van Stralen, Gebr.
Kuiper).
Louw brengt zijn koeien tot 1946 lopend
naar Alkmaar. Daarna gebeurt dat met de
veeauto van Jac. Baars, die in
Heerhugowaard-De Noord een transport
bedrijf en café De Hengstman heeft.
Al snel na de overname in 1927 heeft
Louw de veestapel uitgebreid naar 35
koeien. De uitbreiding maakt een tweede
inwonende knecht noodzakelijk. Een deel
van de melk wordt vanaf 1934 niet meer
geleverd aan 'Excelsior', de coöperatieve
zuivelfabriek in Heerhugowaard.
Melkboer L. van der Peet uit Alkmaar
haalt iedere ochtend twee volle bussen op
(samen tachtig liter). Hij betaalt één cent
per liter meer dan 'Excelsior'.
Eerste wasmachine
Het dagelijks leven is sober. Het duurt tot
1936 voordat het eerste elektrische appa
raat in huis komt. Een wasmachine, door
moeder Anna opgespaard met halve gul
denstukken. Wat een weelde!
Het gezin wordt in 1941 uitgebreid met
de geboorte van Atie.
Een flinke verbetering is het nieuwe huis
dat Louw in 1947/48 naast de oude stolp
laat zetten.
Het sobere leven betekent niet dat de kin
deren iets te kort komen. Moeder Anna
zorgt altijd voor goed en lekker eten.
Vader Louw zegt altijd: 'Je kunt je wel
arm drinken, maar niet arm eten'. De kin
deren mogen veel, zoals gym (bij
Tavenu), zang (Ons Genoegen), toneel
(Harmonie), paardrijden
(Schermerruiters) en voetballen (vanaf
1948, bij het nieuwe Reiger Boys). De
kinderen krijgen kan om door te leren.
'Alles watje leert, kunnen ze je nooit
meer afnemen', aldus Louw.
Melkerscursussen worden vanaf ongeveer
1930 op verschillende bedrijven gegeven.
Het doel is de kwaliteit van het handmel-
ken te verbeteren, en daarmee de kwali
teit van de melk. Nic. J. Blauw uit de
Berkmeer is een van de boeren die deze
cursus geeft op zijn eigen bedrijf.
Louw van Graft volgt de melkerscursus
op zijn eigen bedrijf. Hij krijgt in 1938
voldoende leerlingen bij elkaar. Zoon
Kees volgt de cursus op het bedrijf van
Nic. Blauw en behaalt het diploma in
1950. Vier jaar later schakelt Louw over
op machinaal melken.
'Etenhalers'
De Tweede Wereldoorlog grijpt diep in op
het leven van de familie Van Graft. Het is
een periode met veel spanning.
Stedelingen trekken massaal naar het
platteland, op zoek naar voedsel. In de
winter van 1944-45 - 'de hongerwinter' -
overnachten er bijna alle dagen 'etenha
lers op de hooizolder. Gedurende de win
ters 1943/44 en 1944/45 slapen erbij Van
Graft totaal negenhonderd mensen, nooit
meer dan twaalf per nacht. De volgende
ochtend vertrekken zij weer, verder rich
ting Wieringermeer of terug naar
Haarlem, Leiden, Katwijk, Den Haag,
Wassenaar en Noordwijk.
Ernstig gebrek aan voedsel heerst er niet
bij Van Graft. De grote tuin levert veel
groenten op. Louw beschikt over een
dubbelloops jachtgeweer, met jachtakte.
De patronen maakte hij zelf, met fijne ha
gel en kruid. Af en toe is er dus een haas
op tafel. Voorts worden er wilde eenden
gevangen.
Deelnemers aan een
melkerscursus op het
bedrijf van Louw van
Graft, 1936. Vlnr.
staand Jan Blom, Piet
Bloothoofd, N.J. Blauw
(instructeur), Louw van
Graft en Aldert Hofman
(werkman Van Graft).
Zittend: onbekend en
Gré Blom.
I